– 76 –
– 77 –
· In ruimtes met schuine plafonds moeten koolmonoxidedetec-
toren op de hogere kant van de ruimte worden aangebracht.
Detector in slaapkamers en in kamers die ver van de verbran-
dingsinstallaties liggen
In ruimtes die ver van de verbrandingsinstallaties liggen is het
koolmonoxide reeds afgekoeld tot kamertemperatuur. Omdat
CO ongeveer dezelfde dichtheid heeft als lucht verspreidt deze
zich gelijkmatig in de ruimtelucht. Houd daarom rekening met
de volgende punten:
· In slaapkamers en kamers die ver van de verbrandings-
installaties liggen, moeten de toestellen zich op ademhoogte
van de bewoners bevinden (bijvoorbeeld “deskstand” op de
nachttafel in slaapkamers of op “ooghoogte” in recreatie-
ruimtes).
· Let hierbij ook op voldoende afstand tot het plafond, de
hoeken en meubilair (min. 200 mm).
De detector zou niet moeten worden geïnstalleerd
· buiten (toepassing uitsluitend in gesloten ruimtes
mogelijk);
· waar de detector kan worden geblokkeerd
(bijvoorbeeld door meubels);
· op plafonds van kamers (uitsluitend geschikt voor
wand- en staandemontage);
· naast een deur of een raam (geen betrouwbare
detectie gegarandeerd);
· naar een ventilatieafvoer of soortgelijke
ventilatieopeningen;
Locatie kiezen
· in gedeeltes waar de temperatuur onder de -10 °C
dalen of boven de 40 °C oplopen kan;
· in ruimtes met bijzonder veel stof, vuil of vet.
Montage en inbedrijfstelling
De CO-melder kan op de volgende twee wijzen worden
gebruikt:
Wandmontage
Neem de volgende stappen in de aangegeven volgorde, om de
melder aan de wand te monteren:
1. Houd de montagevoet horizontaal op de gewenste plek en
markeer de boorgaten.
2. Boor de gaten met een geschikte boor ø 5 mm op de eerder
gemarkeerde punten.
Let erop dat u geen leidingen beschadigt!
Houd de CO-melder tijdens het boren uit de buurt
van boorstof!
3. Druk de plastiekpluggen in de boorgaten en schroef de
montagevoet vast met de twee meegeleverde schroeven.
Deskstand
Bij gebruik “op ademhoogte” in slaapkamers en recreatieruim-
tes zonder verbrandingsinstallatie.
1. Plaats de melder met behulp van de standvoeten aan de
onderkant van de behuizing op een effen, stofvrije onder-
grond.
2. Controleer of de melder stabiel staat en het indringen van CO
in de melder niet wordt belemmerd door voorwerpen.
Montage en inbedrijfstelling
NL
Summary of Contents for COWM370
Page 55: ...108 V2 E22...