Inbedrijfstelling
24 - NL
FXE4000 (COPA-XE/MAG-XE)
D184B133U02
•
De converter moet op een op een plaats worden gemonteerd die redelijk beschermd is tegen
trillingen.
•
De meters worden bij model FXE4000 (MAG-XE) op de volgende wijze correct toegewezen
aan de converters. De meters hebben op het typeplaatje de eindgetallen X1, X2, enz. De
converters hebben de eindgetallen Y1, Y2, enz. X1 en Y1 vormen een eenheid.
•
Controle van de impulsuitgang.
De impulsuitgang kan als actieve uitgang (24 VDC impulsen) of als passieve uitgang
(optische koppeling) worden gebruikt. De instelling van de impulsuitgang geschiedt zoals in
de volgende afbeelding getoond.
A
B
G00163
1
Afb. 28 Instelling van de impulsuitgang door middel van jumpers
A Impuls passief
1
Display-printplaat
B Impuls actief
4.2
Uitvoering van de inbedrijfstelling
4.2.1 Stroomvoorziening
inschakelen
Na inschakelen van de stroomvoorziening worden de opnemergegevens in het externe
EEPROM-geheugen met de intern opgeslagen waarden vergeleken. Wanneer de gegevens niet
identiek zijn, vindt een automatische transfer van convertergegevens plaats. Nadat deze
transfer afgesloten is, verschijnt de melding "Primary data are loaded". De meter is nu klaar
voor gebruik.
Het display toont het actuele debiet.
4.2.2 Apparaat
instellen
Indien gewenst, wordt het apparaat in de fabriek volgens klantenwens ingesteld. Als geen
specificaties doorgegeven worden, wordt het apparaat met de fabrieksinstellingen geleverd.
Om het apparaat ter plaatse in te stellen moeten slechts enkele instellingen of parameters
worden gekozen (resp. ingesteld). De invoer of selectie van parameters is in het hoofdstuk
"Beknopt overzicht van de gegevensinvoer" beschreven. Een beknopt overzicht van de
menustructuur vindt u in het hoofdstuk "Overzicht van de parameters".
Het is aan te raden bij de inbedrijfstelling de volgende parameters te controleren of in te stellen.
1.
Meetbereikseindwaarde
(menu-item "Max. Meetbereik" en menu-item "Eenheid").
Het apparaat wordt in de fabriek op de grootste meetbereikseindwaarde ingesteld, indien
geen klantenwens doorgegeven werd. Ideaal geschikt zijn meetbereikseindwaarden die
overeenkomen met een stromingssnelheid van 2 tot 3 m/s. Hiertoe dient eerst in het menu-
item "Eenheid" de eenheid "Max. Meetbereik" (bijv. "m
3
/uur" of "l/s") te worden ingesteld en
vervolgens in het menu-item "Max. Meetbereik" de meetbereikseindwaarde. De kleinste en
grootste mogelijke meetbereikseindwaarden vindt u in de volgende tabel.