NL – Beknopte installatie- en opstartgids
DA
DE
ES
FI
FR
NL
NL
PT
RU
SV
TR
CN
10. Bij parallelle installatie (frames R8…R9): installeer de tweede aardingsplaat voor
de parallelle vermogenskabels. Herhaal de stappen 5...9.
11. Installeer de aardingsplaat voor de besturingskabels.
12. Zet de afdekking op de vermogensklemmen terug.
13. Zet de kabels buiten de unit mechanisch vast.
14. Aard de motorkabelafscherming aan de motorzijde. Voor minimale
radiofrequentie-interferentie, dient de motorkabelafscherming over 360 graden
geaard te worden bij de doorvoer van de motorklemmenkast.
Sluit de besturingskabels aan
Zie figuur
. Deze toont een voorbeeld met één analoge signaalkabel en
één digitale signaalkabel. Maak de aansluitingen volgens de macro die u gebruikt. De
standaard aansluitingen van de ABB standaardmacro zijn te zien in de sectie
op pagina
Voorbeeld van aansluiten van een analoge signaalkabel:
37. Snij een voldoende groot gat in de rubberen doorvoertule en schuif de
doorvoertule op de kabel. Schuif de kabel door een gat van de bodemplaat en
maak de doorvoertule in het gat vast.
38. Aard de gestripte buitenste afscherming van de kabel over 360 graden onder de
aardklem. Houd de kabel ongestript tot zo dicht mogelijk bij de aansluitklemmen
van de besturingskaart. Aard bij analoge signaalkabels ook de afschermingen
van het kabelpaar en de aardader bij de SCR1 klem. Zet de kabels mechanisch
vast bij de klemmen onder de stuurkaart.
39. Leid de kabel zoals te zien in de figuur.
40. Sluit de geleiders aan op de betreffende klemmen van de stuurkaart en draai vast
tot 0,5…0,6 N·m (0,37...4,43 lbf·ft).
41. Bind alle besturingskabels aan de aanwezige kabelhouders.
42. Plaats de ongebruikte rubber doorvoertules in de gaten in de doorvoerplaat.