24
INSTALLATIE
De installatie van het vaste verankeringspunt moet worden uitgevoerd door een deskundige/deskundigen
2
die bekend is/
zijn met het vaste verankeringspunt. De volgende richtlijnen moeten worden gelezen en begrepen door alle leden van het
installatieteam:
VÓÓR DE INSTALLATIE:
Plan uw valbeschermingssysteem. Neem hierbij alle factoren in overweging die uw veiligheid
tijdens het gebruik kunnen beïnvloeden. Kies een structuur van voldoende sterkte die een globale veiligheid en geschikte
lastkracht biedt. Bij het installeren van het vaste verankeringspunt moeten de volgende factoren in overweging worden
genomen:
• Hoogte boven het werkoppervlak.
• Afstand tot de obstakels.
• Gevaren op de werkplek.
• Gewenst/benodigd type valbeschermingssysteem
• Persoonlijke beschermingsmiddelen die zullen worden gebruikt in het systeem.
BELANGRIJK:
als u vragen hebt over het gebruik, de verzorging of de geschiktheid van deze apparatuur voor
gebruik voor uw toepassing, kunt u contact opnemen met Capital Safety. Wijzigingen en aanpassingen aan het vaste
verankeringspunt zijn niet toegestaan zonder de voorafgaande toestemming van Capital Safety.
WAARSCHUWING:
Bij het installeren van het vaste verankeringspunt op een hoogte, moet u valbescherming
gebruiken met een verankering die onafhankelijk is van de verankering die u installeert.
VERANKERINGSSTRUCTUUR:
De structuur waarop het vaste verankeringspunt is gemonteerd moet in staat zijn
een kracht van 12 kN te dragen in de verwachte richting(en) van de last (zie afbeelding 2). De locatie van elk vaste
verankeringspunt moet deze last kunnen dragen.
VLAK VAN HET VERANKERINGSOPPERVLAK:
Als het vaste verankeringspunt moet worden gemonteerd op een
oppervlak dat niet loodrecht op het wandelniveau van de gebruiker staat (bv. een gebogen of hellend dak, een smalle richel
op hoofdhoogte) of op een gebogen oppervlak dat loodrecht op het wandelniveau van de gebruiker staat (bv. een silo of een
kuip), raadpleeg dan Capital Safety vóór u de verankering installeert.
MONTAGEHOOGTE:
Het vaste verankeringspunt kan op elke praktische hoogte boven het werkoppervlak worden
geïnstalleerd.
VALBEPERKINGSSYSTEMEN:
Waar mogelijk moeten de installaties worden ontworpen als een valbeperkingstoepassing
(zie afbeelding 1). Valbeperkingssystemen voorkomen dat de gebruiker een positie bereikt waarin zich een val kan voordoen,
daardoor is er geen vrije val mogelijk.
VALSTOPSYSTEMEN:
Als het vaste verankeringspunt wordt gebruikt in een valstopsysteem, is het belangrijk om in de
ontwerpfase rekening te houden met de volgende factoren:
• Verankeringspunt:
- Monteer het anker zo hoog mogelijk ten opzichte van de gebruiker. Dit minimaliseert de
kans op een vrije val, maakt het redden gemakkelijker en is minder benauwend voor het slachtoffer. Vermijd
verankeringsplekken die de kans op scheef vallen verhogen. Scheef vallen ontstaat wanneer het verankeringspunt niet
recht boven het punt ligt waar de val optreedt. De kracht waarmee tegen een voorwerp wordt gestoten bij scheef vallen,
kan ernstig letsel of de dood veroorzaken. Beperk scheef vallen tot een minimum door zo veel mogelijk recht onder het
verankeringspunt te werken.
• Richting van het anker:
Het vaste verankeringspunt moet zo worden gericht, dat het de lasten van het systeem kan
dragen (zie afbeelding 2).
• Gevaren:
De werkplek en het pad eronder moet vrij van gevaren zijn (voertuigen, afschuttingen, balkons, voetgangers,
water/chemische stoffen etc.) die de gebruiker of anderen kunnen verwonden bij een val.
VEREISTEN VOOR DE BEVESTIGINGSELEMENTEN:
Het vaste verankeringspunt wordt geïnstalleerd met M12 bouten:
• (Afbeelding 3) Installeer de verankering in metaal met behulp van een roestvrijstalen M12 bout van klasse A2 of A4.
• (Afbeelding 4) Installeer de verankering in metselwerk met behulp van een kleefstofgebaseerd M12
verankeringssysteem (Hilti HIT-HY 150 of gelijkwaardig). Volg de instructies van de fabrikant op voor het installeren van
het kleefstofgebaseerde verankeringssysteem.
• In alle installaties moeten een borgmoer en borgring worden gebruikt. Alle bevestigingen moeten worden vastgedraaid
volgens de aanbevelingen van de bouten wat betreft draaimoment.
• Bevestig na installatie het meegeleverde installatielabel op het vaste verankeringspunt.
TESTEN MET TESTBELASTING:
Na de installatie moet het vaste verankeringspunt worden getest met een testbelasting.
Breng met behulp van een spanningtester een last van 5 kN aan gedurende minimaal 15 seconden, en dit in loodrechte
richting op het pasvlak. Er mag geen uittrekking zijn vanuit de installatiestructuur en geen vervorming van het oog van het
vaste verankeringspunt.
2 Deskundige:
Een persoon die door zijn werkgever is aangeduid als verantwoordelijke voor de directe supervisie, uitvoering en opvolging van het door de werkgever
beheerde programma voor valbescherming die op basis van zijn opleiding en kennis in staat is de bestaande en potentiële valrisico's te identificeren, te evalueren en
aan te pakken, en die van de werkgever de bevoegdheid heeft gekregen om onmiddellijk corrigerende maatregelen te nemen in verband met dergelijke risico's.
Summary of Contents for PROTECTA AM211
Page 2: ...3 4 5 A E B C D...