6
Nl
BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES
Met deze afstandsbediening kunt u de
systeemcomponenten (inclusief tunerfuncties) bedienen
en een iPod die is geplaatst in de iPod-dock boven op de
ontvanger.
Om de cd-speler, tunerfuncties of een iPod te kunnen
bedienen met de afstandsbediening, moet u eerst op de
receiver de bijbehorende ingangsmodus instellen
(
☞
8
Ingangskeuzetoetsen).
Voor bediening van uw iPod
Druk op de bijbehorende iPod-bedieningstoets op de
afstandsbediening.
De iPod-bedieningstoetsen worden in het onderstaande
gedeelte aangegeven met
meer informatie over de bediening van uw iPod.
1
Infraroodzender
Stuurt infraroodsignalen naar het toestel dat u wilt
bedienen.
2
(Aan/Stand-by)
Hiermee zet u het systeem aan of in stand-bystand.
3
MENU
Hiermee keert u terug naar een hoger niveau in het iPod-
menusysteem.
4
Hiermee springt u naar de volgende track. Houd de toets
ingedrukt om snel vooruit te spoelen.
5
Hiermee springt u naar het begin van de huidige track.
Druk twee keer op de toets om naar de vorige track terug
te springen. Houd de toets ingedrukt om snel terug te
spoelen.
6
ENTER
Druk op ENTER om de geselecteerde groep te openen.
(Als u op ENTER drukt wanneer een track geselecteerd is,
begint de weergave daarvan.)
7
Hiermee begint of pauzeert u de weergave.
8
Ingangskeuzetoetsen
Hiermee kiest u de ingangsbron voor de receiver.
Druk wanneer u een ingangsbron selecteert op de
bijbehorende ingangskeuzetoets (of zet INPUT aan op het
voorpaneel).
De naam van de bijbehorende ingangsbron verschijnt op
het display op het voorpaneel van de ontvanger.
y
Wanneer u CD of USB selecteert als een ingangsbron, gaat de cd-
speler automatisch aan. Als u een andere ingangsbron selecteert,
gaat de cd-speler in stand-by.
Afstandsbediening
1
M
N
O
P
Q
R
S
t
U
V
W
X
Y
Z
[
\
2
3
4
5
6
7
8
9
0
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L