Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-FLA Control
37
Parameters instellen
Om de duur van de nalooptijd of het tijdstip van de
testloop te bepalen, kunnen deze parameters
worden ingesteld.
• (Uitgangsmenu)
• Druk 2x op de toets ”OK”. ?
• Druk 2x op de cursor-toets ”omlaag” ? ”Parame-
ter” knippert
• Druk op de toets ”OK” ? ”Menu parameter”
De bovenste regel in het display is voor de instel-
ling van de nalooptijd van de pompen en de
onderste regel voor de instelling van de testloop.
• Met de cursor-toets ”omhoog” en ”omlaag”
selecteert u de gewenste parameter
• Druk op de toets ”OK” (instellingen zoals hiervoor
beschreven)
AANWIJZING!
Uitvoerige aanwijzingen vindt u in de bedienings-
voorschriften van de fabrikant.
6.2.3 Bedieningselementen van het FLA-
schakeltoestel
De keuzeschakelaar bedrijfsmodi heeft twee
schakelaarstanden. In de linker positie bevindt de
installatie zich in het handmatige bedrijf. In de
rechter positie bevindt de installatie zich in het
automatische bedrijf.
Handbedrijf
Als de keuzeschakelaar bedrijfsmodi
van de
gebruiksklare installatie op ”Hand” (linker posite)
wordt gezet, wordt de pomp, onafhankelijk van de
toestand van de drukschakelaar, meteen inge-
schakeld. De pomp blijft gedurende de tijd dat de
keuzeschakelaar bedrijfsmodi
op ”Hand”
staat, permanent ingeschakeld.
Automatisch bedrijf
Als de keuzeschakelaar bedrijfsmodi van de
gebruiksklare installatie zich op ”auto” (rechter
positie) bevindt, wordt de pomp, afhankelijk van
de drukschakelaar resp. druk aangestuurd. De
thermische overbelastingsbeveiliging is in het
automatische bedrijf conform DIN 14462 niet
actief.
Installatie met 1 pomp
Installatie met 2 pompen
Bedieningselement
Beschrijving
Bedieningselement
Beschrijving
Keuzeschakelaar bedrijfsmodi
Keuzeschakelaar bedrijfsmodi
voor pomp 1
Keuzeschakelaar bedrijfsmodi
voor pomp 2