80
Kijkt u nooit in de laserstraal en richt u deze nooit op personen of dieren. Laserstralen kunnen oogletsel veroor-
zaken.
Als een laserstraal u in de ogen treft, moeten de ogen bewust worden gesloten en het hoofd onmiddellijk uit de
straal worden bewogen.
Als uw ogen door laserstralen geïrriteerd werden, voert u in geen geval nog veiligheidsrelevante activiteiten uit,
zoals vb. werken met machines, op grote hoogte of in de buurt van hoogspanningsleidingen. Bestuur ook geen
voertuigen meer tot de irritatie is verdwenen.
Richt de laserstraal nooit op spiegels of andere reflecterende oppervlakken. De lichtstraal kan hierdoor afgebogen
worden en personen of dieren raken.
Het toestel mag nooit worden geopend. Instel- of onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door erkende vak-
lui worden uitgevoerd die op de hoogte zijn van de hieraan verbonden risico’s. Ondeskundig uitgevoerd instelwerk
kan gevaarlijke laserstraling tot gevolg hebben.
Het product is voorzien van een laser van laserklasse 2. Bij de le-
vering bevinden zich laserwaarschuwingsbordjes in verschillende
talen. Zou het bordje op de laser niet in uw landstaal zijn, bevestig
dan het juiste bordje op het toestel.
Voorzichtig - Als er andere dan de in deze handleiding vermelde bedieningsinrichtingen worden gebruikt of andere
methoden worden uitgevoerd, kan dit leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Als er geen veilig bedrijf meer mogelijk is, neemt u het product buiten bedrijf en beschermt u het tegen ongewenst
gebruik. Het veilig bedrijf is niet langer gewaarborgd, als het product:
- zichtbare schade vertoont,
- niet meer correct functioneert,
- gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
- aan hoge transportbelasting werd blootgesteld.
In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische
installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht
worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
Ga voorzichtig met het product om. Door stoten, slagen of vallen kan het al vanop geringe hoogte beschadigd
worden.
Schakel het meettoestel nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is gebracht. Door
het condenswater dat wordt gevormd, kan het toestel onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken. Laat het
toestel uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
LASERSTRALING
NIET IN DE STRAAL KIJKEN
LICHTEMITTERENDE DIODE
Golflengte: 630 - 670 Nm
Max. uitgangsvermogen: < 1 mW
LASERKLASSE 2
EN 60 825-1:2007
OPGELET