132
• Gebruik het laadapparaat niet binnen in voertuigen.
• Het laadapparaat mag alleen op een plaats worden gezet, gebruikt of opgeborgen die voor kinderen
niet bereikbaar is. Kinderen kunnen instellingen veranderen of de accu/accupack kortsluiten, wat kan
leiden tot een brand of explosie. Dit is levensgevaarlijk!
• Vermijd een gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische of elektroma
-
gnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor kan de besturingselektronica beïnvloed
worden.
• Zorg dat de kabels niet afgekneld, gebogen of door scherpe randen beschadigd wordt.
• Zet geen voorwerpen met vloeistoffen, vazen of planten op of naast het laadapparaat. Wanneer deze
vloeistoffen in het laadapparaat raken, wordt het laadapparaat vernietigd en bestaat er bovendien groot
brandgevaar.
Ontkoppel in dit geval het laadapparaat onmiddellijk van de spannings-/stroomverzorging, ontkoppel de
aangesloten accu‘s van het laadapparaat. Gebruik het laadapparaat hierna niet meer, maar breng het
naar een elektrotechnisch bedrijf.
c) Gebruik
• Het laadapparaat mag alleen op een gelijkspanning van 11 - 18 V/DC worden gebruikt.
• Wanneer u met het laadapparaat of accu‘s werkt, mag u geen metalen of geleidende materialen,
zoals vb. juwelen (kettingen, armbanden, ringen, etc.) dragen. Door een kortsluiting bestaat brand- en
explosiegevaar.
• Laat het product nooit onbewaakt tijdens het gebruik. Ondanks de vele veiligheidsschakelingen kunnen
storingen of problemen bij het opladen van een accu niet geheel worden uitgesloten.
• Zorg voor voldoende ventilatie rondom het apparaat tijdens het gebruik. Dek het laadapparaat nooit af.
Laat voldoende afstand (min. 20 cm) tussen het laadapparaat en andere voorwerpen. Door oververhit-
ting kan brand ontstaan!
• Het laadapparaat is uitsluitend geschikt voor het opladen (of ontladen) van NiMH-, NiCd-, Lilon-/LiPo-/
LiFe- en loodaccu‘s. Laad nooit andere accutypes of niet heroplaadbare batterijen op. Er bestaat groot
brandgevaar of gevaar voor een explosie!
• Gebruik het apparaat uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch klimaat. Neem hierbij ook
de omgevingsvoorwaarden van het hoofdstuk „Technische gegevens“ in acht.
• Gebruik het apparaat nooit direct wanneer dit van een koude in een warme ruimte is gebracht. Het
condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat beschadigen of
storingen veroorzaken!
Verbind het product niet onmiddellijk met een contactdoos, maar laat het eerst op kamertemperatuur
komen voor u het in bedrijf neemt. Dit kan een paar uur duren!
• Vermijd een gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische of elektroma
-
gnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor kan de besturingselektronica beïnvloed
worden.
Содержание B6
Страница 170: ...170 ...
Страница 171: ...171 ...