12. Aanvullende functies
Toets indrukken:
• Kort indrukken = <2 sec.
• Lang indrukken = >2 sec.
a) Subfuncties openen
Er zijn verschillende meetfuncties toegewezen aan subfuncties, gemarkeerd in het rood rondom
de functiedraaiknop. Druk kort op de toets SEL om alle subfuncties te doorlopen.
b) Bereik
Druk op de toets RANGE om de DMM te wisselen tussen automatisch “Auto” bereik en
handmatig bereik.
Deze modus geldt alleen voor de volgende functies: V , V ,
Ω,
µA , mA en A .
• Handmatige bereikmodus openen: Druk kort op de toets RANGE.
- “Auto” zal uit de display verdwijnen.
- Druk kort op RANGE om de bereiken te doorlopen (aangegeven door de decimaalpositie).
• Handmatige bereikmodus verlaten: Druk lang op de toets RANGE of draai de
functiedraaiknop, “Auto” zal op de display verschijnen.
c) Houd /
(zaklantaarn)
1
Houd
De houdfunctie behoudt de aangegeven waarde op de display, zodat u meer tijd hebt om de
waarde af te lezen en te noteren.
Als u stroomgeleidende draden test, zorg er dan voor dat deze functie is gedeactiveerd
voordat u begint met de meting. De meting zal anders incorrect zijn.
• Druk kort op de toets HOLD om de houdfunctie te activeren/deactiveren.
• Het symbooltje
zal verschijnen om aan te geven dat de houdfunctie actief is.
2
Zaklantaarnfunctie
Druk op de knop om de
zaklantaarn AAN/UIT te schakelen.
116