i) Contactloze wisselspanningstest “NCV”
Zorg ervoor dat alle meetpoorten vrij zijn. Verwijder alle meetkabels en adapters van
de meter.
Deze functie dient slechts als een hulpmiddel. Voordat u aan deze kabels begint te
werken, moet u contactmetingen uitvoeren om te controleren of er geen spanning
aanwezig is.
Test deze functie vooraf op een bekende wisselspanningsbron.
1. Stel de functieknop in op NCV en de display zal “EF” en “NCV” weergeven.
2. Richt het contactloze spanningssensorpunt op de
testplek (max. 5 mm). Voor getwiste kabels wordt
het aanbevolen om de kabel aan te raken met het
uiteinde van de contactloze spanningssensor.
- Als er wisselstroom wordt waargenomen, be-
gint de driekleurige indicator-led te branden en
klinkt de zoemer.
- Hoe hoger de spanning, hoe hoger de frequen-
tie waarop de zoemer zal piepen.
- De driekleurige LED-display verandert naarma-
te de spanning toeneemt, en licht eerst groen,
dan geel en dan rood op.
3. Schakel het apparaat UIT nadat u alle metingen
hebt uitgevoerd.
115