f) Sondes
• De sondekabels zijn voorzien van een slijtage-indicator. In het geval van
beschadiging, is er een tweede isolatielaag in een verschillende kleur zichtbaar.
De meetaccessoires mogen niet langer worden gebruikt en moeten worden
vervangen.
• Pak het tijdens de meting niet vast buiten de gripbereikmarkeringen die op de
meetsondes staan aangegeven.
• Wanneer u de meetsondes gebruikt zonder afdekdoppen, dan mogen
metingen tussen de meter en aardingspotentiaal niet worden uitgevoerd boven
meetcategorie CAT II.
• Wanneer u metingen uitvoert in
meetcategorie CAT III. Meetsondes
met afdekdoppen (max. 4 mm vrije
contactlengte) moeten worden gebruikt
om onbedoelde kortsluitingen tijdens
de meting te voorkomen. Deze zijn
ingesloten.
• De meetsondes moeten van het gemeten voorwerp worden verwijderd telkens
wanneer de meetfunctie wordt veranderd.
• Risico op een fatale elektrische schok! Wees voorzichtig wanneer u werkt met
spanningen hoger dan AC 30 Vr.m.s, 42,4 Vpiek of DC 60 V.
• Sondes te gebruiken voor netvoedingsmetingen moeten voldoen aan de EN
61010-031 standaard, met nominale specificatie CAT III 600V, 10A of beter.
115