3. Als u de functie “Automatic” hebt geselecteerd, start de datalogger de meting automatisch
nadat u de programmering van de datalogger hebt voltooid. Als u een tijdvertraging hebt
ingesteld, begint de meting na de vooraf ingestelde tijdsperiode.
4. Tijdens de meting knippert de groene LED met de frequentie die is ingesteld in de "LED
Flash Cycle Setup".
5. Om de meting handmatig te stoppen, houdt u de knop van de datalogger twee seconden
ingedrukt.
6. Als het geheugen van de datalogger vol is, wordt de meting automatisch beëindigd.
7. De opname kan ook op elk moment worden beëindigd door de uitlezing op de computer
weer te geven voordat de opname is voltooid (zie paragraaf “Uitlezing van datalogger
weergeven”).
1
LED-signalen en hun betekenis
Led
Signaal
Beschrijving
Groen (REC)
knippert eenmaal op de
frequentie die is ingesteld
onder "LED Flash Cycle
Setup".
actieve meting, waarden overschrijden/
onderschrijden de alarmgrenswaarden niet
knippert twee keer met de
frequentie die is ingesteld
onder "LED Flash Cycle
Setup".
met vertraagde start van de meting
Rood (ALM)
knippert tweemaal om de
30 seconden
uitlezing onderschrijdt de
ondergrenswaarde van het alarm
knippert elke 30 seconden
drie keer
uitlezing overschrijdt de bovengrenswaarde
van het alarm
knippert eens om de
20 seconden
zwakke batterij
knippert eenmaal om de
2 seconden
temperatuursensor niet goed aangesloten
Rood +
Groen
knippert eens om de
60 seconden
geheugen vol
---
geen LED aan
logger uitgeschakeld of batterijen leeg
52