79
DC
Symbool voor gelijkstroom
V
Symbool voor contactloze wisselspanningsdetectie (NCV)
A
Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte)
Polariteitsmarkering (pluspool/minpool) voor gelijkstroommeting. Het
symbool geeft de stroomrichting aan om met correcte polen te kun-
nen meten.
Symbool voor displayverlichting
Symbool voor bedrijfsschakelaar (aan/uit)
Markeringen aan de stroomtang om de stroomleider te centreren
Weergave van de actieve DC-zero-functie.
9. MEETBEDRIJF
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval
worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet
aan als daarop een hogere spanning dan 33 V/ACrms of 70 V/DC
kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de meettoestel op
beschadigingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Let op
dat de contactvlakken van de stroomtang schoon zijn en strak
aansluiten. Een beschadigde meettoestel mag niet meer worden
gebruikt! Levensgevaarlijk!
Grijp tijdens het meten niet boven de voelbare handgreepmarke-
ringen op het meettoestel.
Metingen in stroomcircuits >33 V/AC en >70 V/DC mogen alleen
door elektriciens en hiervoor aangewezen personeel, die op de
hoogte zijn van de van toepassing zijnde voorschriften en de
daaruit volgende gevaren, uitgevoerd worden.
Als “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u
het meetbereik overschreden.
a) Multimeter in- en uitschakelen
De multimeter wordt met behulp van de middelste toets (7) in- en uitgeschakeld. Een kor-
te druk op de knop schakelt de multimeter in. Een geluidssignaal bevestigt de invoer. Na
het inschakelen wordt de batterijtoestand getest en bovendien in cleartext weergegeven.