20
6. ONDERHOUD
De Quattro vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom
vocht en olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
7. STORINGSAANDUIDINGEN
Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen,
neem dan contact op met uw Victron Energy-leverancier.
7.1 Algemene storingsaanduidingen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De Quattro schakelt niet
over op aggregaat of
netvoeding.
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2
verwijderen en zekering/contactverbreker resetten.
Omvormerbedrijf niet
gestart als ingeschakeld.
De accuspanning is veel te hoog of te laag. Geen
spanning op DC-aansluiting.
Zorg dat de accuspanning binnen het juiste bereik
ligt.
De led “accu bijna leeg”
knippert.
De accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen.
De led “accu bijna leeg”
brandt.
De omvormer schakelt uit, omdat de accuspanning
te laag is.
Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen.
De led “overbelasting”
knippert.
De omvormerbelasting is hoger dan de nominale
belasting.
Verlaag de belasting.
De led “overbelasting”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld door een veel te
hoge belasting.
Verlaag de belasting.
De led “temperatuur”
knippert of brandt.
De omgevingstemperatuur is hoog of de belasting
is te hoog.
Plaats de omvormer in een koele en goed
geventileerde omgeving of verlaag de belasting.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
afwisselend.
Lage accuspanning en veel te hoge belasting.
Laad de accu's, koppel de belasting los of verlaag
deze of plaats accu's met een grotere capaciteit.
Monteer kortere en/of dikkere accukabels.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
tegelijkertijd.
De rimpelspanning op de DC-aansluiting
overschrijdt 1,5 Vrms.
Controleer de accukabels en accu-aansluitingen.
Controleer of de accucapaciteit voldoende hoog is en
verhoog deze, indien nodig.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” branden.
De omvormer is uitgeschakeld door een veel te
hoge rimpelspanning op de ingang.
Plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer
kortere en/of dikkere accukabels en reset de
omvormer (uitschakelen en weer inschakelen).
Eén alarmled brandt en het
tweede knippert.
De omvormer is uitgeschakeld doordat een alarm
is geactiveerd door een brandende led. De
knipperende led geeft aan dat de omvormer door
het alarm zou worden uitgeschakeld.
Kijk in deze tabel voor de juiste maatregelen m.b.t.
deze alarmtoestand.
De lader werkt niet.
De AC-ingangsspanning of -frequentie ligt niet binnen
het bereik.
Zorg ervoor dat de AC-ingangsspanning tussen 185
VAC en 265 VAC ligt en dat de frequentie binnen het
bereik ligt (fabrieksinstelling 45-65 Hz).
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2
verwijderen en zekering/contactverbreker resetten.
De accuzekering is doorgebrand.
Vervang de accuzekering.
De vervorming van de AC-ingangsspanning is te
groot (normaal gesproken aggregaatvoeding).
Schakel de instellingen WeakAC en dynamische
stroombegrenzer in.
De accu wordt niet volledig
opgeladen.
De laadstroom is veel te hoog en start zo een
voortijdige absorptielading.
Stel de laadstroom in op een niveau tussen 0,1 en 0,2
keer de accucapaciteit.
Slechte accuaansluiting.
Controleer de accuaansluitingen.
De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in.
De beschikbare oplaadtijd is te kort om de accu
volledig op te kunnen laden.
Kies een langere oplaadtijd of een hogere laadstroom.
De absorptietijd is te kort. Bij adaptief laden kan dit
worden veroorzaakt door een extreem hoge
laadstroom ten opzichte van de accucapaciteit, zodat
de bulkladingstijd te kort is.
Verlaag de laadstroom of kies de ‘vaste’
laadkarakteristieken.
De accu wordt overladen.
De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in.
Accu verkeert in slechte toestand.
Vervang de accu.
De accutemperatuur is te hoog (door slechte
ventilatie, veel te hoge omgevingstemperatuur of
veel te hoge laadstroom).
Verbeter de ventilatie, plaats de accu's in een koelere
omgeving, verlaag de laadstroom
en sluit de
temperatuursensor aan
.
De laadstroom daalt naar 0
zodra de
absorptieladingsfase wordt
gestart.
De accu is oververhit (>50°C)
Plaats de accu in een koelere omgeving
Verlaag de laadstroom
Controleer of één van de accucellen een interne
kortsluiting heeft
De accutemperatuursensor is defect
Koppel de temperatuursensorstekker in de Quattro los.
Als het opladen weer goed werkt na ca. 1 minuut,
dient de temperatuursensor te worden vervangen.