J.
Personen (inclusief kinderen) die wegens hun fysieke,
zintuiglijke of geestelijke vermogen of wegens hun
onervarenheid of onkunde niet in staat zijn het apparaat op
een veilige manier te gebruiken, mogen dit apparaat slechts
gebruiken onder toezicht of met de hulp van een persoon
die voor de veiligheid verantwoordelijk is.
K.
Kinderen moeten onder toezicht staan om te voorkomen
dat ze met het apparaat spelen.
L.
Voor stationaire apparaten die niet zijn uitgerust met
middelen om de verbinding met het elektriciteitsnet te
verbreken en die een contactscheiding hebben in alle
polen die voor volledige verbreking van de verbinding bij
overspanning van categorie III zorgen, stelt de
gebruiksaanwijzing dat de middelen voor verbreking van de
verbinding in de vaste bedrading moeten worden
opgenomen overeenkomstig de bedradingsvoorschriften.
M.
Zorg ervoor dat het rooster volledig op het ventilatorchassis
is bevestigd met behulp van alle klemmen.
INSTALLATIE
BELANGRIJK: De ventilator mag alleen samen
met vaste bedrading worden gebruikt
.
PANEEL/PLAFONDMONTAGE
1.
Voor de montage aan het paneel/plafond moet
de ventilator worden geïnstalleerd in een
kanaal dat wordt beschermd door een
buitenluchtrooster dat moet voldoen aan de
standaardvereisten van uw land om de
toegang tot de waaier van de ventilator te
voorkomen.
2.
Maak een gat met een diameter van 105mm.
3.
Druk de twee klemmen aan de onderkant van
de ventilator in en trek het rooster weg van het
chassis.
4.
Markeer met behulp van de ingebouwde
waterpas als hulpmiddel het middelpunt van de
schroef door de gaten in de achterplaat van de
ventilator. Boor, plug en schroef in positie.
5.
Zorg ervoor dat de waaier na installatie vrij
kan draaien en dat de terugslagklep kan
worden geopend.
6.
Herplaats het rooster en zorg ervoor dat de klemmen vastzitten.
Open de interne afdekking om
toegang te krijgen tot de waterpas
en de aansluitingen.
Waterpas enkel te
gebruiken voor
cosmetische hulp.
Niet absoluut
noodzakelijk voor
de normale werking
van de ventilator.