VDPL1203MHRGBW
V. 01 – 26/10/2012
19
©Velleman nv
Menu item
Instelling
Beschrijving
Program step 03
ChangeColor
Selecteer deze optie voor een kleurwissel zonder effecten zoals de derde
stap in de macro.
Twinkling
Selecteer deze optie voor een kleurwissel met stroboscoopeffect zoals
de derde stap in de macro.
Fade
Selecteer deze optie voor een kleurwissel met fade-effect zoals de derde
stap in de macro (standaard).
… …
4.
Het menu geeft het aantal aangegeven stappen weer in “Step quantity”. Herhaal voor de weergave van het
aantal ingestelde stappen.
7.4
Master/slave modus
In master/slave-modus kunnen meerdere toestellen verbonden worden met een master-toestel. Alle slave-
toestellen zullen vervolgens synchroon functioneren met het master-toestel.
Plaats een toestel in master-modus en alle andere toestellen in slave-modus.
1.
Verbind alle toestellen in serie met DMX-kabels.
2.
Het eerste toestel in de ketting functioneert als mastertoestel. Stel het toestel in zoals beschreven in
Standalone
.
3.
Op het mastertoestel, druk op <SET/ESC> tot <SET Menu> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
4.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Master/Alone> te selecteren en druk op <ENTER>.
5.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Master Mode> te selecteren en druk op <ENTER>.
De indicator “Master” verschijnt onderaan rechts op het scherm wanneer u het ingebouwde programma
selecteert.
6.
Op elk van de aangesloten slave-toestellen, druk op <SET/ESC> tot <SET Menu> op de display verschijnt
en druk op <ENTER>.
7.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Master/Alone> te selecteren en druk op <ENTER>.
8.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Alone Mode> te selecteren en druk op <ENTER>.
7.5
DMX-sturing
Sturing van het toestel via een universele DMX-controller.
•
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de
signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel ‘luistert’ naar het signaal van
de DMX controller. U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel
een nieuw startadres ingeven.
•
Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen ‘luisteren’ naar hetzelfde kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
•
In het geval van de 6-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~6) moeten
instellen, van het tweede toestel op 7 (1 + 6) (CH7~12), van het derde op 13 (7 + 6) (CH13~18), enz.
•
In het geval van de 8-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~8) moeten
instellen, van het tweede toestel op 9 (1 + 8) (CH9~16), van het derde op 17 (9 + 8) (CH17~24), enz.
•
In het geval van de 10-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~10) moeten
instellen, van het tweede toestel op 11 (1 + 10) (CH11~20), van het derde op 21 (11 + 10)
(CH21~30), enz.
•
In het geval van de 13-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1~13) moeten
instellen, van het tweede toestel op 14 (1 + 13) (CH13~26), van het derde op 27 (14 + 13)
(CH27~39), enz.
Opmerkingen:
•
De standaardmodus is de 13-kanaalsmodus.
•
Indien er geen signaal aanwezig is op de DMX-ingang, verschijnt de indicator “No signal” onderaan op het
scherm.
Om het toestel in te stellen met DMX-sturing:
1.
Druk op <SET/ESC> tot <LED Addr:xxx> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
Op het scherm verschijnt<DMX menu>.
2.
Druk op <ENTER>.
3.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <DMX Channels> te selecteren en druk op <ENTER>.
4.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <STAG Mode> te selecteren en druk op <ENTER>.