DVM8928
VELLEMAN
4
4. A- of C-weging selecteren
De meter is ingesteld op A-weging wanneer u hem inschakelt. Dankzij de A-weging kan het toestel werken zoals het
menselijk oor, dat op verschillende frequenties een onderscheid kan maken tussen stijgend en dalend volume. A-
weging heeft verschillende toepassingen : meten van omgevingslawaai, ontwerpen van kantoorruimte,
ordehandhaving, ...
C-weging is handig wanneer u vaste geluidsniveaus wil meten d.w.z. geluidsbronnen waarbij het geluidsniveau en de
frequentie constant blijven. C-weging wordt onder andere gebruikt om het geluidsniveau van motoren en machines te
meten.
Druk op de
WEIGHTING A/C
knop om afwisselend A- en C-weging te selecteren. Een kleine "
A
" of "
C
" aan de
rechterkant van de LCD geeft aan welke mode momenteel is ingesteld.
5. Bevriezen van de hoogst gemeten waarde ("Max. Hold")
Druk op
ON/OFF
om het toestel in te schakelen. Druk tijdens uw metingen op de
MAX HOLD
knop om de hoogst
gemeten waarde te bevriezen op uw scherm. Deze meting blijft staan op de LCD tot een hogere waarde wordt
gemeten. Merk op dat de bargraph ondertussen de huidige waarden blijft meten : de bargraph wordt dus niet
"bevroren".
Druk nogmaals op
MAX HOLD
om de max-hold mode te verlaten.
6. Opnamemode voor max. en min. waarden
Druk op
ON/OFF
om het toestel in te schakelen. Druk de
RECORD
knop in. De boodschap "
REC
" (= opname)
verschijnt in de linkerbovenhoek van de LCD. De meter begint nu de hoogste en laagste waarden te registreren.
Druk nogmaals op
RECORD
. "
MIN
" verschijnt bovenaan het scherm en de laagste gemeten waarde wordt
weergegeven. De digitale display geeft dus voorlopig geen nieuwe waarden weer, maar de bargraph blijft wel het
huidige geluidsniveau volgen.
Druk nogmaals op
RECORD
. "
MAX
" verschijnt bovenaan het scherm en de hoogste gemeten waarde wordt
weergegeven. De digitale display geeft dus voorlopig geen nieuwe waarden weer, maar de bargraph blijft wel het
huidige geluidsniveau volgen.
Druk nogmaals op
RECORD
om deze procedure te herhalen. Houd
RECORD
ingedrukt tot het "
REC
" symbool
verdwijnt indien u de opnamemode wil verlaten.
7. Selecteren van automatische en manuele meting
De meter voert metingen uit in 4 bereiken, in trappen van 10dB :
•
40-70dB
•
60-90dB
•
80-110dB
•
100-130dB
Het toestel bevindt zich in de automatische mode wanneer u het inschakelt : in de linkerbovenhoek van de LCD leest
u "
AUTO
" af. In de automatische mode selecteert het toestel automatisch het juiste bereik. Het getal in de
linkerbenedenhoek net boven de bargraph geeft de benedengrens van het geselecteerde bereik aan.
U kunt het bereik ook manueel instellen. Dit is zeer handig indien u het meetbereik reeds op voorhand kent : de
meter zal de metingen sneller kunnen uitvoeren omdat het toestel het juiste bereik niet meer hoeft te zoeken.