100
10. PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK
OPLOSSING
Als u de afsluiter van de cilinder heeft
geopend, geeft de manometer nul aan.
1. Lege fl es.
2. Defecte manometer.
3. Defecte afsluiter.
Vul de cilinder.
Laat de manometer vervangen door
een gekwalifi ceerde monteur.
Laat de afsluiter controleren door een
gekwalifi ceerde monteur.
Lekkage op hogedruk - of lagedrukpoort. Beschadigde o-ringen.
Laat de o-ringen vervangen door een
gekwalifi ceerde monteur. Let op dat u
de aansluitingen niet te vast aandraait.
Lekkende afsluiter.
Defecte afsluiter of steel.
Laat de afsluiter controleren door een
gekwalifi ceerde monteur.
Geen luchttoevoer.
Defecte adematomaat (eerste of
tweede trap).
Laat de ademautomaat controleren
door een gekwalifi ceerde monteur.
De ademautomaat blaast.
Het luchtwervelingeffect is geactiveerd. Bedek het mondstuk met uw vinger,
houd het mondstuk omlaag of dompel
het onder.
Als de ademautomaat blijft blazen.
Defecte ademautomaat.
Begin niet aan de duik (of breek de
duik af) en laat de ademautomaat door
een gekwalifi ceerde monteur nakijken.
Waterlekkage in de tweede trap.
Vuil, een defecte uitademklep of een
beschadigd mondstuk of membraan.
Laat de ademautomaat controleren
door een gekwalifi ceerde monteur.