26 NL/BE
Controleer vóór ieder gebruik of de hydrau-
lische krik optimaal functioneert. Controleer
de hydraulische krik vooral op lekkende hy-
drauliekolie en correcte montage van alle
schroeven en ventielen.
Gebruik de hydraulische krik
nooit
om een
auto te transporteren of te beladen. Til nooit
de complete auto op.
Let erop
, dat er zich geen personen –
vooral kinderen – in de auto bevinden en dat
personen in de directe omgeving voldoende
afstand tot de auto houden wanneer de hy-
draulische krik in gebruik is.
Het veiligheidsventiel
4
mag nooit worden
versteld. Dit is vanaf fabriek correct ingesteld
en hoeft niet meer ingesteld te worden.
Gebruik de hydraulische krik nooit, als het
zegel (veiligheidsventiel
4
) beschadigd is.
De gebruiker dient vóór gebruik van de krik
door een ervaren persoon met het apparaat
vertrouwd te worden gemaakt. De pomp-
en overbrengingskrachten bedragen onge-
veer 350 N.
Als de markeringen op het product zodanig
beschadigd zijn dat ze niet meer leesbaar
zijn, wordt van verder gebruik van de krik
afgeraden totdat de markeringen zijn her-
steld.
Voer geen veranderingen uit aan de hydrau-
lische krik. Iedere constructieve verandering
aan het apparaat heeft uitwerkingen op de
veiligheid en de overeenstemming van het
apparaat met de norm EN 1494/A1: 2008.
Bij gebruik van de krik mag de uitgeoefende
kracht niet meer dan 350 N bedragen. Dit
komt overeen met een kracht van ongeveer
35 kg aan de hendel.
VOORZICHTIG! GEVAAR
VOOR LETSEL DOOR BE-
KNELD RAKEN!
Houd uw vin-
gers tijden het pompen steeds buiten bereik
van de hefboombevestiging
3
. Anders kunt
u letsel oplopen doordat u bekneld raakt.
De gebruikstemperatuur van de hydrauli-
sche olie van dit apparaat ligt bij -20 °C tot
+40 °C.
Gebruik het apparaat niet in ruimtes waarin
brandbare of explosieve dampen of stoffen
voorhanden zouden kunnen zijn (bijv. in
een stal, schuur of spuiterij).
Gebruik het apparaat alleen voor het optil-
len en neerlaten van de auto, niet om het in
opgetilde positie vast te houden. Beweeg
het niet tijden het optillen of neerlaten.
Gebruik het apparaat niet, als u uitgelekte
olie hebt gevonden.
Breng na gebruik alle onderdelen weer in
de oorspronkelijke positie. Laat de hydrauli-
sche olie of de oliepomp door een vakkundig
persoon vervangen, als onderdelen van het
apparaat niet meer versteld kunnen worden.
Q
Gebruik
Q
Auto opkrikken
VOORZICHTIG! LEVENSGEVAAR!
Waarborg dat de krik en de steunbokken in
optimale staat verkeren voordat u deze gebruikt.
Let op dat de hydraulische krik alleen mag wor-
den gebruikt in combinatie met steunbokken. Zet
deze klaar voordat u de auto opkrikt. Als u geen
steunbokken gebruikt, kan het voertuig kantelen,
hetgeen levensgevaarlijk kan zijn.
Werkwijze:
Let erop, dat de lasttiller
1
compleet bene-
den is en de verlengschroef
2
volledig
vastgedraaid is, als u de krik opbergt.
Zet de hydraulische krik in de gewenste po-
sitie. Neem daarbij de handleiding van de
auto in acht.
Draai zo nodig de verlengschroef
2
eruit
totdat deze de bodem van de auto raakt
(afb. B).
Verbind de stang
7
met de hefstang
6
om een verlengde hefstang te verkrijgen.
VOORZICHTIG! GEVAAR
VOOR LETSEL DOOR BE-
KNELD RAKEN!
Houd uw
vingers tijdens het pompen steeds van het
bereik van de opname van de hefstang
3
Содержание 289553
Страница 3: ...8 E D 3 C 1 B A 2 1 3 4 5 6 7 7 6 7 6 7...