- 32 -
8. Snelspanner (21) weer volledig omlaag sluiten zodat het
dragerframe (12) gefixeerd is.
9. Gespen (15) met schroeven (13), onderlegschijven (14)
en moeren (16) zodanig vastschroeven dat de gespen (15)
nog kunnen worden gedraaid.
10. Lakbeschermingsfolie (18) op de achterklep (29) plakken.
De maat (A) moet ca. 200 mm bedragen.
11. Haken (30) aan de achterklep (29) hangen en spanriem (19)
met de gespen (15) strak trekken.
Montage van de fietsen
Voorzichtig
Bij het sluiten van de snelspanner (21) bestaat gevaar
voor knellen. Voorkom dat de handen bij het sluiten
van de snelspanner (21) ingeklemd raken.
Aanwijzing
Als het dragerframe (12) te los zit, snelspanner (21) aan beide
zijden met ca. 90° omhoog openen, schroeven (23) naar buiten
drukken, met een kwart omdraaiing er verder inschroeven
en snelspanner (21) weer volledig sluiten.
Als de snelspanners (21) niet of alleen moeilijk kunnen worden
gesloten, snelspanners (21) aan beide zijden met ca. 90°
omhoog openen, schroeven (23) naar buiten drukken, met een
kwart omdraaiing er uitschroeven en snelspanner (21) weer
volledig sluiten. Als de de snelspanners (21) nog steeds niet
of alleen moeilijk kunnen worden gesloten, de procedure
herhalen.
Voorzichtig
De haken (30) mogen niet aan kunststof (bijvoorbeeld
achterspoiler) en glazen delen worden gehangen.
12
16
15
14 13
19 30
15
18
A
A
29
21
M+P-25A-0149
Voorzichtig
De fietsdrager voor de trekhaak is alleen geschikt voor
transport van fietsen.
Er mogen alleen fietsen met een gewicht van elk max. 30 kg
op de fietsdrager worden getransporteerd.
Hierbij mag de maximaal toegestane draaglast van de fietsdrager,
de steunlast van de trekhaak alsmede het toegestane totale
gewicht van het voertuig en de maximaal toegestane aslast van
het voertuig (zie voertuig-gebruikshandleiding) in geen geval
worden overschreden.
Door niet-inachtneming kan de fietsdrager samen met de
gemonteerde fietsen losraken en daardoor uzelf en andere
personen verwonden en/of een ongeluk veroorzaken.
Voorzichtig
De fietsen moeten zo gelijkmatig mogelijk en met laag
zwaartepunt op de fietsdrager worden bevestigd en met elk
een houder aan het fietsframe en spanriemen aan de voor-
en achterwielen tegen vallen worden beveiligd.
Door niet-inachtneming kunnen de fietsen en/of losse
delen tijdens rijden van het voertuig los raken en bij andere
verkeersdeelnemers tot een ongeval en hieruit volgend letsel
en materiële schade leiden.
Voor montage kinderzitjes en alle losse delen b v. drinkflessen,
zadeltassen, accu’s van e-bikes etc. van de fietsen verwijderen
en opbergen.
Voorzichtig
Door wegglijden/kantelen bestaat letselgevaar.
Beveilig de fietsen tegen wegglijden/kantelen.
Voer de montage en de demontage van de fietsen
samen met een tweede persoon uit.