19
Waaier beschadigd of lager defect, direct repareren!
Pomp ligt op z'n zij en krijgt iets lucht, snellere slijtage is zeer waarschijnlijk.
een vakbekwame monteur
d) Het motorcompartiment mag nooit buiten de werkplaats worden geopend, ook niet door een elektromonteur. Metingen
van isolatie, draadbreuken en weerstanden van de wikkelingen kunnen worden uitgevoerd vanaf het uiteinde van de
kabel
e) Betrouwbaarheid mag van groot belang zijn, daar waar het LB en HS pompen betreft ondanks de geringe afmetingen.
Bijvoorbeeld het tegen overstroming beschermen van belangrijke machines of waardevolle goederen. In dit soort
situaties moet minimaal 1 keer per jaar of iedere 3000 uur de isolatie tussen fasen onderling en fasen met de aarding
worden gecontroleerd. Deze waarde moet meer zijn dan 20 M ohm. De olie van de sealkamer moet dan worden
vervangen. Indien de isolatieweerstand sterk is gedaald tot 10 M ohm, of als de sealolie melkachtig is en/of
waterdruppels bevat, is het noodzakelijk de pomp te repareren of te vervangen
f) Vrieskou kan de pomp beschadigen
PROBLEM OPLOSSEN
KLACHT
Pomp start niet
MAATREGEL
Pomp is nieuw of gerepareerd en getest.
Als er een niveausturing is, controleer wanneer de pomp zou moeten
starten. Controleer of de voedingsspanning in orde is. Dit kan m.b.v. een
multimeter. Demonteer de bodemplaat en controleer of de waaierniet wordt
geblokkeerd of geremd (eerst elektrische voeding afsluiten). Controleer aan
kabeluiteinde (nooit de motor openen) de isolatie weerstand van aardlek
(min. 20 Hohm) en de ononderbrokenheid van de wikkeling.
Pomp reeds enige tijd naar tevredenheid gebruikt.
Zelfde procedure maar meer attentie op de vrije loop van de waaier i.v.m.
mogelijke vervuiling.
Pomp start maar stopt
Motorwindingen of kabel defect. Open niet de motor maar controleer dit aan de
uiteinde van de kabel (als voorgaand omschreven).
Waaier geblokkeerd of geremd.
Foutieve spanning of frequentie.
Te lage spanning: controleer dit onder belasting
Bij voeding van generatorset, incorrecte frequentie.
Vloeistof met te hoge viscositeit of dichtheid.
Foutieve instelling van de externe motorbeveiligingsschakelaar in de voeding.
Pompcapaciteit en opvoerhoogte
zijn minder dan origineel
Obstructie in de afvoerleiding of te grote weerstand (te hoge, te lange, te kleine of
te vervuilde leiding).
Waaier versleten, of vervuild door afzetting.
Zuigkorf of inlaat geblokkeerd.
Veel lucht of gas in vloeistof of te weinig aanvoer van water.
Reinigen van buisvlotter (OM(A), POMA)
1. Sluit de elektrische voeding af
2. De buis, in welke de vlotter op en neer kan bewegen, heeft 4 sleuven
aan de bovenzijde. Deze verbinden de buis met het bovendeel middels
2 lippen, welke in de sleuven van het bovenstuk passen. Met de duim
en wijsvinger drukt men de buis onder de lippen lichtjes in.
3. Hierdoor kan de buis uit het bovendeel worden genomen door, van
boven gezien, kloksgewijs draaien en naar beneden bewegen.
4. Reinig de buis, buisinlaat, vlotter en vlottergeleider en plaats het
geheel weer in het bovendeel.
Pomp maakt lawaai of vibreert