84-NL
83-NL
– 42 –
• Gebruik bedrading die voldoet aan de speci
fi
caties in de
installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften
en wetten. Het gebruik van bedrading die niet voldoet aan de
speci
fi
caties kan resulteren in elektrische schokken, kortsluiting
en lekstroom, rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Controleer dat het systeem goed geaard wordt. (aarden)
Een foute aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
• Sluit de aarding niet aan op een gasleiding, waterleiding,
bliksema
fl
eider of een aardleiding voor telefoonkabels.
• Na het voltooien van de verplaatsing of het reparatiewerk
dient u te controleren of de aardleidingen naar behoren zijn
aangesloten.
• Installeer een stroomonderbreker die voldoet aan de
speci
fi
caties in de installatiehandleiding en de ter plaatse
geldende voorschriften en wetten.
• Installeer de stroomonderbreker op een plaats waar die goed
toegankelijk is voor de gebruiker.
• Als u de stroomonderbreker buitenshuis aanbrengt, let dan goed
op dat het een speci
fi
ek voor buitengebruik geschikt type is.
• Onder geen voorwaarde mag het netsnoer worden verlengd.
Aansluitproblemen op een plaats waar het netsnoer is verlengd
kunnen leiden tot rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Werkzaamheden met elektrische bedrading moeten altijd worden
uitgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving,
wetten en de installatiehandleiding.
Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot elektrocutie of kortsluiting.
• Tap geen stroom af van het stroomaansluitblok op de buitenunit
voor een andere buitenunit. De capaciteit van het aansluitblok
wordt anders namelijk overschreden met mogelijk brand als
gevolg.
• Gebruik voor elektraverbindingen het in de installatiehandleiding
gespeci
fi
ceerde draad, en verbind en bevestig de draden
goed zodat deze geen extra kracht op aansluitingen kunnen
uitoefenen of losschieten. Onjuiste aansluitingen en verbindingen
kunnen brand veroorzaken.
Testen
• Nadat u de werkzaamheden hebt voltooid dient u voor het
inschakelen van de airconditioner eerst te controleren of het
deksel van de elektriciteitskast van de binneneenheid en het
onderhoudspaneel van de buiteneenheid zijn gesloten, om
vervolgens de stroomonderbreker in de ON-stand te zetten. Als
u de stroom inschakelt zonder eerst deze punten te controleren,
kunt u een elektrische schok krijgen.
• Als u merkt dat er iets mis is met de airconditioner (wanneer u
een foutmelding ziet of een schroeilucht ruikt, vreemde geluiden
hoort of wanneer de airconditioner niet koelt of verwarmt, of
wanneer er water uit lekt), raakt u dan zelf de airconditioner
niet aan maar zet u de stroomonderbreker in de OFF-stand
en neemt u contact op met een bevoegd onderhoudsmonteur.
Neem de nodige maatregelen om te voorkomen dat het apparaat
wordt ingeschakeld (schrijf bijvoorbeeld “defect” dichtbij de
stroomonderbreker e.d.) totdat de bevoegde onderhoudsmonteur
arriveert. Het voortzetten van het gebruik van de airconditioner
terwijl er iets mis mee is, kan leiden tot ernstige mechanische
defecten, elektrische schokken en andere problemen.
• Gebruik na beëindiging van het werk een isolatietester (500V
Megger) om te controleren of de weerstand 1 M
Ω
of meer is
tussen het stroomgedeelte en het metalen niet-stroomgedeelte
(Aardingsgedeelte). Als de weerstandswaarde te gering is, kan
er kortsluiting, lekstroom of een elektrische schok optreden aan
de gebruikerskant.
• Na voltooiing van het installatiewerk controleert u of er geen
koelmiddel lekt, of de waterafvoer in orde is en controleert u de
weerstand van de isolatie. Vervolgens laat u de airconditioner
proefdraaien, om te zien of het apparaat goed werkt.
Uitleg aan de gebruiker
• Na voltooiing van het installatiewerk vertelt u de gebruiker waar
de stroomonderbreker zich bevindt. Als de gebruiker niet weet
waar de stroomonderbreker zit, kan hij of zij de airconditioner
niet uitschakelen wanneer er zich een storing voordoet in de
werking.
1117701001-EN.indd 42
1117701001-EN.indd 42
2/26/2559 BE 11:48 AM
2/26/2559 BE 11:48 AM