Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u
uitglijden, in aanraking komen met het mes
en ernstig letsel oplopen. Maai uitsluitend in
droge omstandigheden.
•
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid,
zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.
•
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
– Vervang het maaimes of laat het slijpen.
– Loop langzamer tijdens het maaien.
– Stel de maaimachine in op een hogere
maaihoogte.
– Maai het gras vaker.
– Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
– Stel de maaihoogte bij de voorwielen één stand
lager in dan bij de achterwielen. Bijvoorbeeld:
zet de maaihoogte van de voorwielen op 51 mm
en die van de achterwielen op 64 mm.
Bladeren fijnmaken
•
Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
•
Als er een laag bladeren van meer dan 12 cm op
het gazon ligt, moet u de voorwielen een of twee
uitsparingen hoger zetten dan de achterwielen.
•
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
Onderhoud
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Onderhoudsprocedure
Na de eerste 5 bedrijfsuren
• De motorolie verversen.
Bij elk gebruik of dagelijks
• Het motoroliepeil controleren.
• Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van
het maaimes hebt losgelaten.
• Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van de maaimachine.
Om de 25 bedrijfsuren
• Het luchtfilter vervangen (vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Vóór de stalling
• Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert of
de machine stalt.
Jaarlijks
• De motorolie verversen.
• Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt).
• Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor eventuele verdere
onderhoudsprocedures.
Belangrijk:
Zie de
gebruikershandleiding van de motor
voor verdere onderhoudsprocedures.
Voorbereidingen voor
onderhoudswerkzaamheden
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Trek de bougiekabel los van de bougie (Figuur 18)
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
10