h) Continue meting (max. / min.)
• Druk op de knop
ON / DIST / OK
(6) en houd deze ingedrukt om naar de
continue meting te schakelen. Als de omroepmodus is ingeschakeld, wordt
het meettype aangegeven. De richtlaser wordt geactiveerd. De maximum- en
minimumwaarden worden in de regels van de hulpwaarden (D) weergegeven.
De afstand wordt nu continu gemeten.
• Druk op knop
ON / DIST / OK
(6) of op de knop
C/OFF
(7) om de continue
meting te beëindigen. Na 3 minuten inactiviteit wordt deze functie automatisch
beëindigd.
i) Functiemodi via het functiemenu selecteren
• Druk op de pijlknoppen links of rechts (5 of 8) om in het menu te schakelen.
De omschakeling wordt bevestigd met een pieptoon.
• Kies een meetmodus door op de pijlknoppen links of rechts (5 of 8) te
drukken, tot het gewenste symbool is bereikt.
• Druk op de knop
ON / DIST / OK
(6) om naar de gekozen meetmodus resp.
een instelling te schakelen. De omschakeling wordt bevestigd met een
pieptoon. De additieve en subtractieve lengtemeting, de oppervlaktemeting,
de eenvoudige en dubbele pythagoreïsche meting zijn beschikbaar.
Opgeslagen meetgegevens (tot 30) kunnen worden opgevraagd. De
referentiekant kan verschillend worden ingesteld, de maateenheden kunnen
worden gewijzigd (meter m, inch in, voet ft) en de akoestische melding kan
worden in- of uitgeschakeld.
128