– 48 –
●
Middels geprogrammeerde weergave
kunnen maximaal 32 fragmenten
(nummers) voor weergave in elke
gewenste volgorde worden gepro-
grammeerd.
●
Als er meer dan 20 fragmenten worden
ingevoerd, zullen de overige fragmenten
niet op de muziekkalenderdisplay
worden getoond.
Programmeren van gewenste
fragmenten
1. Druk op de STOP (
ª
) toets.
2. Druk op de de PROGRAM toets.
De CD-speler schakelt in de
programmeerfunktie. De MEMORY
indikator in de display licht op.
De TRACK No. en STEP No.
aanduidingen knipperen.
3. Druk de nummer toetsen als volgt in;
De gekozen muziekstukken worden
automatisch in deze volgorde
geprogrammeerd.
●
Druk op toets “7” van de cijfertoetsen op
het toestel zelf of de afstandsbediening.
Het nummer “7” licht op in de
muziekkalender en onder TRACK
knippert “7” en onder STEP het
volgnummer “2” in het uitleesvenster.
●
Bij indrukken van de “+10” toets
verschijnt er “1-” onder TRACK en het
volgnummer “3” onder STEP.
Bij indrukken van toets “5” verschijnt het
nummer “15” in de muziekkalender en
onder TRACK knippert “15” en onder
STEP het volgnummer “4” in het
uitleesvenster.
●
U kunt hetzelfde muziekstuknummer
desgewenst meer dan eens in uw
programma opnemen.
●
Voor het programmeren in de stopstand
kiest u telkens een muziekstuk met de
Â
/
¯
toetsen (zodat het gekozen
nummer gaat knipperen). Druk op de
PROGRAM toets om het in het geheugen
vast te leggen.
4. Druk op de PLAY (
∏
) toets.
Het eerst geprogrammeerde muziekstuk
begint te spelen.
Voorbeeld:
Tijdens de stopfunktie fragmenten 7
T
4
T
15
T
10 in deze volgorde
programmeren.
7. Druk de Play knop (
Á
) in om de
weergave van het gewenste nieuwe
nummer gaan.
Druk de PITCH CONTROL knop in als het
apparaat op STOP staat.
●
Het snel veranderen van de draaisnelheid
tijdens di weergave kan storingsgeluiden
veroorzaken.
●
De PITCH CONTROL knop werkt alleen als
het apparaat stilstaat.
●
Wanneer de ìPitch Controlî functie wordt
gebruikt, is er geen signaal op de digitale
uitgang aanwezig.
1. Druk op de PITCH CONTROL knop.
De PITCH CONTROL knop licht op.
2. Draai de PITCH CONTROL knop rechts
of links om de draaisnelheid te
wijzigen.
3. Door rechts te draaien gaat de
weergavesnelheid omhoog tussen de
O ~ +7%.
4. Door links te draaien gaat de
weergavesnelheid omlaag tussen de
O ~ –5%.
De intro-aftastfunktie speelt achtereen-
volgens van ieder fragment de eerste 10
sekonden.
●
Deze funktie kan zowel tijdens de
stopfunktie als de normale weergave-
funktie worden geaktiveerd.
1. Druk op de INTRO CHECK toets.
2. Druk op de PLAY (
Á
) toets.
De INTRO aanduiding licht op in het
uitleesvenster.
3. Druk nogmaals op de INTRO CHECK
toets om de intro-aftastfunktie te
annuleren.
●
De intro-aftastfunktie is tevens
bruikbaar in kombinatie met de
RANDOM en REPEAT ONE/ALL funkties.
Deze funktie stopt niet tenzij de STOP
(
ª
) toets wordt ingedrukt.
●
De intro-aftastfunktie is tevens
bruikbaar in kombinatie met de
PROGRAM funktie.
●
Druk tweemaal op de STOP (
ª
) toets om
de Intro-weergave te annuleren.
●
Programmeren is enkel mogelijk
wanneer de stopfunktie van het toestel
ingeschakeld is.
Geprogrammeerde weergave
Intro-aftastfunktie
Pitch Control
●
Na het einde van het laatste
geprogrammeerde muziekstuk stopt het
afspelen.
●
De geprogrammeerde inhoud blijft in het
geheugen bewaard nadat het
programma is weergegeven of het
programma wordt gestopt door op de
STOP (
ª
) toets te drukken.
●
Om de programmeerfunktie uit te
schakelen, drukt u in de stopstand op de
PROGRAM toets.
Nagaan van de
geprogrammeerde inhoud
De geprogrammeerde inhoud van het
programma kan eenvoudig nagegaan
worden m.b.v. de CHECK toets.
1. Druk op de STOP (
ª
) toets.
2. Druk op de CHECK toets.
Telkens wanneer u op de CHECK toets
drukt, verschijnt het volgende TRACK
muziekstuknummer met het
bijbehorende STEP volgnummer, in de
geprogrammeerde volgorde.
Wissen van een weergavepro-
gramma
1. Druk op de STOP (
ª
) toets.
2. Houd de CLEAR toets (langer dan 2
sekonden) ingedrukt om het
programmeergeheugen te wissen.
●
Druk vervolgens eenmaal op de
OPEN/CLOSE (
ø
) toets om het
programma uit het geheugen te wissen.
●
Een weergaveprogramma wordt tevens
gewist als de CD-speler wordt
uitgeschakeld.
Veranderen van het programma
Na het programmeren kunt u op de
volgende manier bepaalde fragmenten uit
het programma wissen of andere
fragmenten toevoegen.
Vervangen van een muziekstuk door
een ander nummer
1. Druk op de STOP (
ª
) toets en dan op de
CHECK toets tot het te wijzigen
volgnummer in het uitleesvenster
verschijnt.
2. Voor het aanpassen van uw programma
voert u het nieuwe nummer in met de
cijfertoetsen. Het eerder
geprogrammeerde nummer wordt dan
vervangen door het nieuw gekozen
muziekstuk.