2. Installatieinstructies
Installeer het product op een plaats waar de gebruiker deze gemakkelijk kan testen en
bedienen. Voor wandmontage moet het product op een hoogte van meer dan 1,5 meter worden
geïnstalleerd. Het product moet minimaal 0,3 meter van het plafond verwijderd zijn. Het is
ook het beste om het product op 1,5 meter afstand van muurhoeken en grote meubels te
installeren.
Alarminstallatie
a. Verwijder de montageplaat en lijn deze uit met de beoogde positie op de muur. Markeer
de gaten met een potlood en maak twee gaten (6 mm diameter, 40 mm diepte) op de
gemarkeerde plekken.
b. Plaats de twee plastic pluggen in de gaten en bevestig de montageplaat aan de muur met
behulp van de schroeven.
c. Nadat u ervoor heeft gezorgd dat de montageplaat aan de muur is bevestigd, schakelt u het
product in en test u het alarm. Als het testresultaat normaal is, schuift u de melder naar
beneden op de montageplaat totdat deze op zijn plaats klikt.
3. Opmerkingen voor de installatie
• Het product kan pas op zijn plaats worden geklikt als de batterijen correct zijn geplaatst.
Forceer het product niet op de montageplaat om schade te voorkomen.
• Als u de melder in een garage installeert, plaats de melder dan niet in de buurt van de uitlaat
van motorvoertuigen, omdat de hoge koolmonoxideconcentratie een storing in het product
kan veroorzaken.
WAARSCHUWING: Om ervoor te zorgen dat het product correct wordt geïnstalleerd en
gebruikt, moet het worden geïnstalleerd volgens deze gebruiksaanwijzing of door gekwalificeerd
professioneel personeel.
f) Onderhoud
1. Effect van andere gassen op het product
De volgende gassen kunnen valse alarmen veroorzaken of de sensor beschadigen:
methaan, propaan, isobutaan, ethyleen, ethanol, alcohol, isopropanol, benzeen, tolueen,
ethylacetaat, waterstof, waterstofsulfide, zwaveldioxide en bijna alle spuitbussen, alcohol, verf,
verdunner, oplosmiddel, bindmiddel, haarlak, aftershave, parfum, uitlaatgassen van auto’s
(koude start) en enkele reinigingsmiddelen.
Wanneer het product wordt blootgesteld aan de bovengenoemde gassen, kan het een alarm
afgeven of permanent worden beschadigd. Als het alarm is geactiveerd en u irriterend gas ruikt,
kan dit duiden op een vals alarm, aangezien koolmonoxide kleur- en geurloos is. Plaats het
product in een omgeving met schone lucht en las het alarm na 30 minuten nog steeds afgaat,
geeft dit aan dat het product is beschadigd. Plaats het uitgeschakelde product in dit geval voor
een langere periode in een omgeving met schone lucht. Als de prestatie van het product niet
binnen 24 uur verbetert, is de sensor beschadigd en mag deze niet worden gebruikt.
BELANGRIJK: Als het product is beschadigd door blootstelling aan andere gassen, plaatst
u het uitgeschakelde product in een omgeving met schone lucht. Als de prestatie van het
product niet binnen 24 uur verbetert, mag het product niet worden gebruikt.
2. Reiniging en onderhoud
Het product moet schoon worden gehouden om optimale prestaties te garanderen en schade
te voorkomen. Reinig en test het product een keer per maand volgens de volgende stappen:
a. Verwijder stof met een stofzuiger.
b. Wrijf het oppervlak met een natte zachte doek die u heeft uitgewrongen af.
c. Druk op de TEST-knop en controleer of de detector goed werkt. Installeer hem vervolgens
opnieuw en neem hem in gebruik.
Maak de melder niet schoon met chemicaliën zoals alcohol, benzine, reinigingsmiddelen, etc.,
omdat deze het product kunnen beschadigen.
BELANGRIJK: Maak het product één keer per maand schoon. Reinig het product niet met een
chemisch reinigingsmiddel.
3. Onderhoudstips
• Spuit geen chemische aërosol zoals luchtverfrissers, haarlak, geparfumeerde insecticide of
spuitverf in de buurt van het product.
• Verf de koolmonoxidemelder niet. Als u de muur of de vloer moet schilderen, moet u de
melder eerst in een schone plastic zak plaatsen. Installeer het alarm opnieuw zodra de
verfdampen volledig zijn verdwenen.
• Blokkeer of bedek de ventilatieopening van de melder niet met lijm of andere voorwerpen.
• Als de melder op de grond valt, raap hem dan op om te controleren of de batterij goed
op zijn plek zit. Nadat u er zeker van bent dat de batterij correct is geïnstalleerd, drukt
u nogmaals op de TEST-knop om te zien of het product normaal functioneert voordat u het
opnieuw installeert.
4. Gevaren van onjuiste demontage en reparatie van de melder.
De melder werd gekalibreerd voordat hij de fabriek verliet. Als u het zonder toestemming
demonteert en wijzigingen aanbrengt aan onderdleen of software, kan dit valse alarmen of
storingen veroorzaken. Demonteer of wijzig geen componenten of programma’s.
WAARSCHUWING: Demonteer of wijzig geen componenten of programma’s, aangezien dit
tot storingen kan leiden.
g) Informatie over koolmonoxide
1. Algemene informatie
Koolmonoxide is een kleur- en geurloos gas dat de dood kan veroorzaken en wordt
geproduceerd wanneer een brandbaar materiaal brandt. Het verbranden van een brandbaar
materiaal in een kleine ruimte zal resulteren in hogere concentraties koolmonoxide. De opname
van een bepaalde hoeveelheid koolmonoxide kan de dood tot gevolg hebben. In veel landen
waarschuwen productveiligheidscommissies het publiek voor de gevaren van dit dodelijke gas
en helpen ze het bewustzijn van koolmonoxidevergiftiging te vergroten.
2. Mogelijke bronnen van koolmonoxide
Thuis kan koolmonoxide worden geproduceerd door verwarmings- en verbrandingsapparatuur,
zoals kachels, boilers, open haarden, houtskool-BBQs, aardagsovens, verwarmingstoestellen
en microgeneratoren. Voertuigen waarvan de motor aan staat in gesloten garages, kunnen ook
koolmonoxide produceren.
Wanneer deze apparaten worden gebruikt in goed geventileerde omgevingen of in normale
werkomstandigheden, wordt de hoeveelheid koolmonoxide geminimaliseerd en snel afgevoerd
zonder letsel bij mensen te veroorzaken. Als er echter zuurstofgebrek is of het apparaat
niet naar behoren werkt, kan dit leiden tot een hoge concentratie koolmonoxide. Bij slechte
ventilatie kunnen zich hoge concentraties koolmonoxide ophopen die schadelijk kunnen zijn
voor de gezondheid.
WAARSCHUWING: Het product geeft alleen de aanwezigheid van koolmonoxide aan en
waarschuwt voor de ernst van concentraties. Het kan niet voorkomen dat koolmonoxide wordt
geproduceerd.
3. Symptomen van een koolmonoxidevergiftiging
• Veel voorkomende milde symptomen, waaronder lichte hoofdpijn, misselijkheid, braken en
vermoeidheid.
• Veel voorkomende symptomen van gemiddelde ernst zijn hoofdpijn, slaperigheid,
verwardheid en een verhoogde hartslag.
• Veel voorkomende ernstige symptomen zijn stuiptrekkingen, bewusteloosheid,
cardiorespiratoire insufficiëntie, hersenletsel en overlijden.
Jonge kinderen en ouderen kunnen kwetsbaarder zijn. Let op degenen met een hoger risico
vanwege de verhoogde gevoeligheid.
Als u zelfs maar milde symptomen van een koolmonoxidevergiftiging ervaart, moet u
onmiddellijk uw arts raadplegen.
WAARSCHUWING: Het product kan de chronische effecten van blootstelling aan koolmonoxide
niet voorkomen en kan personen met een verhoogd risico mogelijk niet volledig beschermen.
4. Wat te doen wanneer u het alarm hoort
WAARSCHUWING! Koolmonoxide is een giftig gas dat dodelijk kan zijn. Als het alarm afgaat,
duidt dit op concentraties koolmonoxide die gevaarlijk zijn voor de gezondheid van personen
in de directe omgeving.
Aangezien koolmonoxide dodelijk kan zijn, dient u de volgende maatregelen te nemen wanneer
het alarm afgaat:
a. Stop het gebruik van alle brandstofverbrandende apparaten en zorgt ervoor dat ze zijn
uitgeschakeld. Open snel deuren en ramen. Schakel ventilatie- en afzuigsystemen in.
b. Zorg ervoor dat alle mensen in de buurt onmiddellijk naar een omgeving met frisse lucht
gaan. Bel de hulpdiensten voor hulp. Betreed het pand niet opnieuw totdat het alarm stopt
en op stand-by blijft.
c. Zoek medische hulp voor iedereen die lijdt aan de gevolgen van een koolmonoxidevergiftiging.
d. Als het alarm binnen 24 uur weer afgaat, herhaal dan de bovenstaande stappen en
raadpleeg een gekwalificeerde apparatentechnicus om de bronnen van koolmonoxide van
brandstofverbrandende apparatuur en apparaten te onderzoeken en om te controleren of
het ventilatie- en afzuigsysteem goed werkt. Als er tijdens de inspectie problemen worden
vastgesteld, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur. Gekwalificeerde
apparaattechnici moeten altijd worden ingeschakeld om defecte apparatuur te repareren.
Onderhoud en reiniging
• Koppel het product vóór iedere reiniging los van de stroomvoorziening.
• Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen, reinigingsalcohol of andere
chemische oplossingen omdat deze schade aan de behuizing of storingen kunnen
veroorzaken.
• Reinig het product met een droog, pluisvrij doekje.