21
Waterdruk en temperatuur:
De reinigingskap mag tot max. 200 bar worden belast. Zorg ervoor dat de slangaansluiting goed vastzit (O-ringen in de
aansluitschroefdraad) en dek lekkend water in geen enkel geval met een lichaamsdeel af! Kies de voor de ondergrond
geschikte waterdruk op de hogedrukreiniger, zodat de ondergrond niet beschadigd wordt.
OPGELET
De ingestelde watertemperatuur mag max. 80° C bedragen. Een temperatuurbewaker schakelt de zuiger en de inge-
bouwde dompelpomp bij overschreiden van de temperatuur uit. Na een afkoeltijd van ca. 15 minuten kunnen de zuiger
en de dompelpomp weer worden ingeschakeld. Ter ondersteuning van de afkoelfase opent u het afzuigapparaat door de
zuigkop van de ketelonderstuk te nemen.
Reinigingskap
OPGELET
Niet in de kap kijken of grijpen! Kans op verwondingen! De afdichtingsborstels kunnen na het losdraaien van de bui-
tenliggende schroeven gemakkelijk in de hoogte worden ingesteld. Bij gladde vlakken moeten de afdichtingsborstels
tot aan de aanslag worden geschoven. Bij een ruwe ondergrond de borstels dienovereenkomstig langer instellen. Stel
de afdichtingsborstels zodanig in, dat er geen water aan de zijkant naar buiten komt en een gemakkelijke en vloeiende
beweging van de reinigingskap mogelijk is.
Controleer of de reinigingskap van binnen schoon is en geen vuil bevat dat de draaiing van de rotatiesproeikop kan belem-
meren. Controleer voor aanvang van het werk altijd of het water gelijkmatig uit de beide sproeiers van de rotatiesproeikop
komt en of de kop door de leidingwaterdruk draait in de reinigingskap (controleer dit nooit terwijl de hogedrukreiniger is
ingeschakeld).
OPGELET
Kijk hierbij van de zijkant in de reinigingskap, nooit direct van voren naar de rotatiesproeikop kijken en hierbij de hand-
klep gebruiken! Als het water niet gelijkmatig uit de sproeikop komt, dan moet deze worden gereinigd: schroef de bei-
den sproeikoppen met een steekslleutel SW 8 mm uit de dragerarmen en reinig de binnenboringen zorgvuldig. Gebruik
hierbij nogmaals handklep om eventuele vuilresten uit het dragerframe te spoelen. Vervolgens de sproeikoppen weer
vastschroeven en met de steeksleutel stevig aandraaien.
Tip:
Regelmatige reiniging en onderhoud na het werk voorkomt storingen!
Zuigslang:
De maximale lengte van de zuigslang is 30 m. Gebruik geen langere slangen dan nodig. Zorg ervoor dat de zuigslang
altijd in rechte banen ligt en niet doorhangt en / of knikt.
Na de werkzaamheden de slang goed doorspoelen zodat deze niet verstopt raakt. Bij werkzaamheden op een steiger raden
wij aan de zuigslang met de slanghouders (Art.-Nr. 64 24 25) aan de steiger te hangen.
Afzuigapparaat met dompelpomp:
De zuigkop is uitgerust met een zuigstroomonderbreking die de zuigwerking onderbreekt zodra het aandeel vaste deeltjes
in de filter te hoog wordt., het water niet meer uit de filter kan lopen en de waterstand in de filter de maximale hoogte
heeft bereikt.
Vertaling van de originele handleiding
Содержание 658100
Страница 86: ...86 ...