INSTALLATIE
Technische gegevens
26
| KV 30 | KV 307 | KV 40
www.stiebel-eltron.com
9.2 Terugslagklep
9.2.1 Terugslagklep testen
f
f
Test de terugslagklep jaarlijks.
f
f
Tap warm water af tot de verwarming van de warmwaterboi-
ler inschakelt.
D
00000
40
34
1
2
1
1 Afsluitklep
2 Manometerschroef
f
f
Verwijder de afdekkap van de afsluitklep.
f
f
Draai de afsluitklep in de richting van de klok, om de koud-
watertoevoer te sluiten.
f
f
Verwijder de manometerschroef.
Er mag geen water uit de afsluitklep komen.
f
f
Als er water uit komt, is de terugslagklep ondicht. Vervang
de veiligheidsgroep.
f
f
Open de afsluitklep kort tegen de wijzers van de klok in om
vuil weg te spoelen als er koud water uitloopt. Sluit de afsl-
uitklep daarna weer. Vervang de veiligheidsgroep als er nog
steeds water blijft lekken.
9.3 Afsluitklep
De afsluiter heeft geen onderhoud nodig.
f
f
Vervang de veiligheidsgroep, als de afsluitklep defect is.
9.4 KV 40: Reduceerventiel
9.4.1 Reduceerventiel testen
f
f
Open de watertoevoerleiding (bijv. etageafsluiting).
f
f
Verwijder de afdekkap van de afsluitklep.
f
f
Draai de afsluitklep in de richting van de klok, om de koud-
watertoevoer te sluiten.
f
f
Verwijder de manometerschroef en vervang deze door een
manometer.
f
f
Open de afsluitklep en controleer de druk.
f
f
Als de druk niet aan de maximaal toegelaten druk voldoet
(zie hoofdstuk "Technische gegevens / Gegevenstabel"), re-
gelt u de druk door het vierkant op het reduceerventiel te
draaien.
f
f
Test door gedurende korte tijd water te tappen. Als de druk
toeneemt, reinig dan evt. het reduceerventiel of vervang het.
9.4.2 Reduceerventiel uitbouwen/reinigen
f
f
Sluit de watertoevoer (bijv. etageafsluiting) om de koudwa-
tertoevoer af te sluiten.
f
f
Open de kraan om de warmwaterboiler af te tappen.
D
00000
84
32
7
1
1 Ventielbovendeel
f
f
Verwijder de afdekkap van het reduceerventiel.
f
f
Schroef het ventielbovendeel eraf.
f
f
Verwijder de schijf en de veer.
f
f
Til het werkende deel met behulp van een schroevendraaier
op. Neem het werkende deel uit de behuizing.
f
f
Reinig het werkende deel alleen met schoon, koud water.
f
f
Plaats het werkende deel weer terug. De ingestelde uit-
gangsdruk is onveranderd.
f
f
Monteer het ventielbovendeel.
f
f
Als het probleem daardoor niet opgelost is, dient u het redu-
ceerventiel te vervangen.
10. Technische gegevens
10.1 Afmetingen
KV 30
100
G ½
G ½
G
½ A
G 1A
100
127
6
51
100 ±5
14x1
D
00000
40
33
1