Motor starten / motor uitzetten
NEDERLANDS
13
6.3 Aanslingeren
Hou bij het starten rekening met de
veiligheidsinstructies.
De bosmaaier effen en vrij van hindernissen op de
grond leggen en erop letten dat het snijwerktuig niet
tegen voorwerpen en tegen de grond komt.
Bij het starten niet op de maaiboom staan of knielen,
anders kan de as of de maaiboom beschadigd raken.
Neem een veilige houding aan, hou de machine met
de linker hand stevig vast aan de behuizingsflens.
Bij koude motor:
Terwijl de choke-hendel omhoog in de stand staat
en het decompressieventiel ingedrukt is, de
startgreep om te starten verschillende keren in een
rechte lijn uittrekken tot de motor hoorbaar en
kortstondig aanslaat (ontsteekt).
Daarna onmiddellijk de choke-hendel weer omlaag in
de stand zetten. Terwijl het decompressieventiel
ingedrukt is, verder starten tot de motor doordraait.
Bij warme motor:
Met de choke-hendel omlaag in de stand en bij
ingedrukt decompressieventiel de startgreep om te
starten verschillende keren in een rechte lijn
uittrekken tot de motor doorloopt.
Opmerking:
In goede omstandigheden start de
bedrijfswarme machine reeds in standgas. (Een
eventuele halfgasvergrendeling wordt ook bij
stilstaande motor opgeheven door de gashendel te
bedienen.) Start met de
stopschakelaar
in de
middelste
stand
Als de motor met standgas niet aanslaat, de
halfgasvergrendeling arreteren zoals hierboven
beschreven.
Als de motor met halfgas draait: drukt u de
gashendel kort door om de halfgas-vergrendeling op
te heffen. Laat de gashendel weer los, zodat de
motor stationair blijft draaien. U kunt nu beginnen
met het werk.
6.4 Motor uitzetten
Laat de gashendel los en zet de stopschakelaar in
de stand “STOP”.
Opgelet:
Door de centrifugaalkoppeling blijft het
snijwerktuig nog even draaien nadat u de gashendel
heeft losgelaten of de motor heeft uitgeschakeld. Let
erop dat het snijwerktuig tot stilstand gekomen is
voor u de machine neerlegt.
Kort overzicht van de startprocedure:
•
Machine veilig op
platte ondergrond leggen,
•
evt. verschillende keren op
primer drukken,
•
met
stopschakelaar en gashendel halfgasstand
arreteren.
•
Koude start:
o
choke-hendel in stand , met ingedrukt
decompressieventiel aanslaan tot eerste
ontsteking,
o
daarna
choke-hendel in stand ,
o
verder starten tot motor doorloopt.
•
Warme start:
o
choke-hendel in stand met ingedrukt
decompressieventiel starten tot motor
doorloopt.
•
Als motor draait, gashendel kort doortrekken om
halfgasvergrendeling op te heffen.
6.5 Als de motor niet aanslaat
Als de motor na verschillende startpogingen niet
aanslaat, gaat u na of alle hierboven beschreven
instellingen correct zijn, meer bepaald of de
stopschakelaar
niet
in de stand “STOP” staat. Start
nogmaals. Als de motor nog steeds niet start, is de
verbrandingskamer reeds te ver gevuld met vet.
In dit geval adviseren wij het volgende:
•
Verwijder de bougieafdekking.
•
Trek de bougiestekker daaronder uit.
•
Schroef de bougie uit en droog hem goed af.
•
Geef volgas en trek de startgreep verschillende
keren door om de verbrandingskamer te
verluchten.
•
Schroef de bougie weer in, en monteer de
bougiestekker en de bougieafdekking.
•
Start met de choke-hendel omlaag in de stand
en de stopschakelaar in de stand “Start”.
6.6 Aanvullende instructies voor een correct
gebruik van de starter
Volgende instructies zijn bedoeld om de levensduur
van het starttouw en van het startmechanisme te
verlengen:
•
Trek het touw altijd in een rechte lijn uit.
•
Laat het touw niet over de rand van het oog
schuren.
•
Trek het touw niet volledig uit - het touw zou
kunnen breken.
•
Breng de startgreep altijd terug naar zijn
uitgangspositie - niet laten terugspringen.
Een beschadigd starttouw kan door de vakman
worden vervangen.
Fig. 13