Gebruiks- en onderhoudsinstructies
NEDERLANDS
18
8.9 Onderhoudsschema
Volgende instructies hebben betrekking op normale werkomstandigheden.
In speciale gevallen, bijv. zeer langdurig, dagelijks werk, moeten de vermelde
onderhoudsintervallen dienovereenkomstig worden verkort.
één k
eer
na 5
bedr
ijf
sur
en
tel
kens
v
oor
he
t w
er
k begi
nt
we
ke
lijk
s
om
de 50 b
edr
ijf
sur
en
om
de 10
0 be
dr
ijf
sur
en
Indi
en no
di
g
voor
het
m
aa
is
ei
zo
en of
ja
ar
lij
ks
Carburateur
stationair toerental controleren
X
stationair toerental instellen
X
Luchtfilter
reinigen
X
vervangen
X
Bougie
elektrodenafstand controleren en eventueel
aanpassen
X
X
vervangen
X
X
Smering van het drijfwerk
controleren
X
X
vervangen
X
X
X
Metaalsnijwerktuig
controleren
X
slijpen
X
vervangen
X
Koelluchtinlaat
reinigen
X
X
X
Cilinderribben
reinigen
X
X
Brandstoftank
reinigen
X
X
Brandstoffilter
vervangen
X
Alle bereikbare schroeven
(behalve instelschroeven)
aanspannen
X
X
X
Bedieningselementen
(stopschakelaar, gashendel,
halfgasvergrendeling, starter)
functiecontrole
X
Geluiddemper
visuele toestandscontrole
X
Volledige machine
visuele toestandscontrole
X
reinigen
X
X
X
Voer de onderhoudswerken regelmatig uit. Doe indien nodig een beroep op een werkplaats als u niet alle
werken zelf kunt uitvoeren. De eigenaar van de machine is verantwoordelijk voor:
•
Schade door onvakkundig of niet tijdig uitgevoerde onderhouds- of herstellingswerken
•
Gevolgschade - ook corrosie - bij onvakkundige bewaring