ONDERHOUD
21
De accu en kabels reinigen
1. Koppel de batterijkabels los van de batterij en begin daar-
bij met de negatieve kabel (
A
, Afb. 8) gevolgd door de
afdekking en de positieve kabel (
B
).
2. Draai de vleugelmoer en de ring (
D
) los.
3. Draai de opsluitstaaf (
C
) omhoog en weg van de batterij.
Bevestig de staaf op de stuurkolom.
4. Verwijder de batterij (
E
).
5. Maak het batterijvak schoon met een oplossing van soda
en water.
6. Maak de polen van de batterij en de uiteinden van de ka-
bels schoon met een staalborstel en schoonmaakmiddel
voor batterijpolen tot ze glanzen.
7. Plaats de batterij (
E
) weer in het batterijvak. Bevestig ze
met de opsluitstaaf (
C
) en de vleugelmoer en ring (
D
).
8. Sluit de batterijkabels opnieuw aan: eerst de positieve
kabel (
B
) en daarna de negatieve kabel (
A
).
9. Breng een laagje petrolatum of niet-geleidend smeervet
aan op de uiteinden van de batterijkabels en polen.
WARNING
Als u de batterij plaatst of verwijdert, moet u de
negatieve batterijkabel als EERSTE loskoppelen
en als LAATSTE terug aansluiten. Doet u dat niet,
dan bestaat de kans op kortsluiting tussen de
positieve pool en een stuk gereedschap.
Onderhoud van de accu
De accu opladen
WAARSCHUWING
Houd open vlammen en vonken uit de buurt
van de accu; de uit de accu ontsnappende
gassen zijn zeer explosief. Zorg voor een
goede ventilatie tijdens het laden van de
batterij.
Een lege batterij of een batterij die te zwak is om de motor
te starten kan het gevolg zijn van een defect in het
laadsysteem of in een ander elektrisch onderdeel. Als u
twijfelt aan de oorzaak van het probleem neemt u contact
op met uw verdeler. Als de accu moet vervangen,
raadpleeg dan het gedeelte
De accu en kabels reinigen
.
Om de accu op te laden volgt u de aanwijzingen van de
fabrikant van de acculader en neemt u alle
waarschuwingen in acht die onder
Veiligheid van de
gebruiker
in deze handleiding zijn vermeld. Laad de
batterij tot ze volledig is opgeladen. Laad niet op met een
vermogen van meer dan 10 ampère.
De positie van de berijdersstoel regelen
Instelling van de stand
De stand van de berijdersstoel kan in drie verschillende
standen worden versteld. Om de stoel te verstellen, moet
u de carrosseriebouten, tussenstuken, tussenringen en
moeren (
B
, Afb. 9) uit het scharnier verwijderen en deze
in de gewenste gaten opnieuw monteren.
Schuifinstelling van de stoel
De berijdersstoel kan naar voren en naar achteren
worden geschoven. Duw tegen de hendel (
A
, Afb. 9), zet
de berijdersstoel in de gewenste positie en laat de
hendel daarna weer los zodat de berijdersstoel in de
nieuwe positie wordt vergrendeld.
Instelling van de stoelveren
De stoelveren (
C
, Afb. 9) kunnen worden versteld voor
een hardere of zachtere instelling. Kantel de
berijdersstoel naar voeren en schuif de veereenheid naar
voren voor een zachtere instelling en naar achteren voor
een hardere instelling.
Instelling van de ondersteuning van het
handbediende hefsysteem
Handbediende hefsysteem kan worden ingesteld ter
compensatie van de extra belasting van de diverse - als
de handlift, contact op met uw verdeler als uw rem.
Содержание 1695796
Страница 2: ...2 ...
Страница 3: ...3 A B C A B C D H G F E A B A B 2 3 6 7 A B C 4 B A 5 ...
Страница 4: ...4 D C E A B A C B 8 9 ...
Страница 25: ...25 ...
Страница 47: ...25 ...
Страница 69: ...25 ...
Страница 91: ...25 ...
Страница 113: ...25 ...
Страница 135: ...25 ...
Страница 137: ...27 ...
Страница 138: ...28 www simplicitymfg com ...
Страница 139: ...29 ...