EINDE LADING
1.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
2.
Koppel de uitgangsleider met zwarte klem van de massa van het voertuig of van de negatieve klem (-) van de
accu.
3.
Koppel de uitgangskabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu.
ANALYSE VAN DE ACCU EN FOUTMELDINGEN
In geval van storing kan de acculader de volgende meldingen doorgeven:
DISPLAYMELDING
OORZAAK
OPLOSSING
De klemmen van de
uitgangsgeleiders zijn niet goed op
de accu aangesloten.
Polariteitinversie
Breng de klemmen goed aan
en hervat het opladen van de
accu; (zie de paragraaf
“De
acculader
gebruiken”).
Accu met te hoge spanning. (U probeert
een accu van 24 Volt op te laden).
Controleer de spanning van de
accu.
De accu kan defect zijn.
Wend u tot het dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
De accu is niet in staat een goed
laadniveau te handhaven.
De accu kan defect zijn. Wend u
tot het dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
Het is niet gelukt de accu na een
complete desulfaterings cyclus te
herstellen.
De accu kan defect zijn. Wend u
tot het dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
De stroom die is opgenomen tijdens de
“supply”-functie is te hoog.
Verminder de stroomopname.
Accu erg leeg.
Druk opnieuw op de knop om
het opladen te hervatten en te
proberen de accu te
herstellen.
Kabels zitten los, kabels kortgesloten.
Breng de klemmen goed aan
en hervat het opladen van de
accu; (zie de paragraaf "De
acculader gebruiken").
Accu volledig kortgesloten.
De accu kan defect zijn. Wend u
tot het dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
BESCHERMINGEN
De acculaders zijn voorzien van beschermingen om een maximale veiligheid te garanderen tijdens het gebruik
en de werking van het apparaat.
•
Volledige bescherming tegen vonken
•
Bescherming tegen polariteitinversie
•
Spanningscompensatie
•
Bescherming tegen kortsluiting
•
Bescherming tegen oververhitting
•
Hoge beschermingsgraad tegen invloeden van buitenaf IP65