•
66
•
7. VOLG DEZE STAPPEN WANNEER DE ACCU BUITEN HET VOERTUIG IS
EEN VONK BIJ DE ACCU KAN EEN ONTPLOFFING
VAN DE ACCU VEROORZAKEN. DOE HET
VOLGENDE OM HET RISICO OP EEN VONK BIJ
DE ACCU TE VERMINDEREN:
7.1
Controleer de polariteit van de accupolen.
De PLUSPOOL (POS, P, +) van de accu heeft gewoonlijk een grotere doorsnee dan de
MINPOOL (NEG, N, -).
7.2
Bevestig een geïsoleerde 7 AWG (10 mm
2
) accukabel van ten minste 61 cm (24 inch) lang aan
de MINPOOL (NEG, N, -) van de accu.
7.3
Sluit de PLUSCONNECTOR (ROOD) van de oplader aan op de PLUSPOOL (POS, P, +)
van de accu.
7.4
Zorg dat uzelf en het vrije uiteinde van de kabel die u zojuist met de MINPOOL (NEG, N, -)
van de accu hebt verbonden zo ver mogelijk van de accu verwijderd zijn en sluit dan de
MINCONNECTOR (ZWART) van de oplader aan op het vrije kabeluiteinde.
7.5
Zorg dat u van de accu af gekeerd bent wanneer u de laatste verbinding maakt.
7.6
Het AC voedingssnoer van de oplader aansluiten op een wandstopcontact.
7.7
Wanneer u de oplader loskoppelt, doe dit dan altijd in de omgekeerde volgorde van de
verbindingsprocedure en verbreek de eerste verbinding terwijl u zo ver mogelijk van de
accu verwijderd bent.
7.8
Een scheepsaccu moet worden verwijderd en aan land opgeladen. Om deze aan boord te
kunnen opladen is apparatuur nodig die speciaal voor gebruik op schepen is ontworpen.
8. NETSNOERVERBINDINGEN
RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND.
8.1
Deze acculader is voor gebruik op een circuit van nominaal 230 V,
50/60 Hz. De stekker moet worden aangesloten op een stopcontact dat
correct geïnstalleerd en geaard is conform alle plaatselijke voorschriften
en verordeningen. De stekkerpennen moeten in het stopcontact
passen. Niet gebruiken met een niet-geaard systeem.
8.2
GEVAAR
Verander nooit het bijgeleverde netsnoer of de stekker – als de stekker niet
in het stopcontact past, laat dan een correct stopcontact installeren door een bevoegd
elektricien. Een onjuiste verbinding kan risico op een elektrische schok of elektrocutie tot
gevolg hebben.
8.3 GEBRUIK VAN EEN VERLENGSNOER
Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden. Als u een verlengsnoer moet
gebruiken, volgt u deze richtlijnen:
• Pinnen op de stekker van de verlengkabel moet hetzelfde aantal, de grootte en vorm als
die van de stekker van de lader.
• Zorg ervoor dat het verlengsnoer correct bedraad is en in goede elektrische conditie.
• Wire grootte moet groot genoeg zijn voor de AC amperage van de lader zijn.
Aanbevolen minimale AWG-maat voor verlengsnoer:
• 30,5 meter lang of minder – een verlengsnoer van 16 gauge (1,31 mm
2
) gebruiken.
• Meer dan 30,5 meter lang – een verlengsnoer van 14 gauge (2,08 mm
2
) gebruiken.
9. MONTAGE-INSTRUCTIES
9.1
Verwijder alle snoerwikkelingen en ontrol de kabels voordat u de acculader gebruikt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING