www.scheppach.com /
+(49)-08223-4002-99 /
+(49)-08223-4002-58
124 | NL
• Regel de kettingspanning met de kettingspan-
schroef (afb. 47 / Punt K). Draait u de schroef met
de klok mee dan verhoogt u de kettingspanning,
draait u tegen de klok in dan verlaagt u de ket-
tingspanning. De ketting is goed gespannen wan-
neer deze ongeveer 2 mm kan worden uitgetrok-
ken in het midden van het zaagblad (Afb. 46).
• Draai de bevestigingsschroef van de kettingtand-
wiel beschermkap vast (Afb. 48).
• Belangrijk!
Alle schakels moet goed in de geleide
groef van het zaagblad liggen.
Opmerkingen over het spannen van de ketting:
De ketting moet goed worden gespannen om een
veilige werking te garanderen. Als de ketting onge-
veer 2 mm in het midden van het zaagblad kan wor-
den uitgetrokken, dan weet u dat de kettingspanning
ideaal is. Tijdens het zagen, neemt de temperatuur
van de ketting toe en verandert de lengte. Het is
daarom belangrijk om tenminste elke 10 minuten
de kettingspanning te controleren en deze opnieuw
aan te passen. Dit geldt in het bijzonder voor nieuwe
zaagkettingen. Zodra u klaar bent met werken, dient
u de ketting losser te draaien, daar deze bij afkoe-
ling zal verkorten. Dit zal helpen om schade aan de
ketting te voorkomen.
8. Benzine bijvullen
m
Gevaar voor letsel! Benzine is explosief!
Motor uitschakelen en laten afkoelen!
Veiligheidshandschoenen dragen!
Huid- en oogcontact vermijden!
Neem beslist het hoofdstuk „Veiligheidsinstructies“
in acht.
• Gebruik het apparaat uitsluitend in de buitenlucht
of in goed geventileerde ruimtes.
• Maak de omgeving van het vulgedeelte schoon.
Verontreinigingen in de tank veroorzaken bedrijfs-
storingen.
• Schud de tank met het brandstofmengsel vóór het
vullen.
• Open voorzichtig het tankdeksel (B) zodat eventu-
ele overdruk kan ontsnappen. Afb. 19
• Vul voorzichtig het brandstofmengsel bij tot aan de
onderkant van de vulpijp.
• Sluit het tankdeksel (B) weer. Controleer of het
tankdeksel goed is afgesloten.
• Maak het tankdeksel en de omgeving goed schoon.
•
Controleer de tank en de brandstofleidingen op
lekkage.
• Neem minimaal drie meter van de plek waar u
brandstof hebt bijgevuld voordat u de motor start.
Brandstof aftappen (afb. 36)
Leeg de tank uitsluitend in de buitenlucht of in
goed geventileerde ruimtes. Let erop dat er geen
brandstof of kettingolie in de grond wegloopt
(milieubescherming). Gebruik een geschikte on-
dergrond.
• Houd een opvangbak onder de brandstof aftap-
bout.
• Schroef de tankdop los en verwijder deze.
• Laat de brandstof er volledig uitstromen.
• Schroef de tankdop met de hand goed vast.
9. Starten van het apparaat
Start het apparaat niet voordat deze volledig gemon-
teerd is.
m
Gevaar op letsel!
Start het multituingereedschap alleen als er een
hulpstuk is aangesloten! Verwijder de aangepas
-
te transportbescherming en controleer het appa-
raat op een goede werkfunctionaliteit.
Gebruik nooit een beschadigd, slecht afgesteld
of slecht onderhouden of een niet volledig en
veilig gemonteerd apparaat.
Controleer voor gebruik!
• Controleer de veiligheid van het apparaat:
• Controleer het apparaat op lekkage.
• Controleer het apparaat op visuele gebreken.
• Controleer of alle onderdelen van het apparaat ste-
vig zijn gemonteerd.
• Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen in goe-
de staat zijn.
Start (afb. 17, 19-23)
Zodra het apparaat goed is voorbereid, start de mo-
tor dan als volgt:
1. Zet de motorschakelaar in de stand ON. Afb. 20
2. Zet de chokehendel op de stand
. Afb. 20
3. Druk meer dan 5 keer op de brandstofpomp.
Afb. 19
4. Trek 3-5 keer aan de terugloop starterhendel (9)
om de motor te starten. Afb. 21
Zet nooit een voet of een knie op de as.
5. Wacht een tijdje met het uitzetten van de choke
Afb. 22
6. Zodra de motor loopt en stationair draait. Druk
eerst op de veiligheidshendel (8) en trek vervol-
gens de gashendel (11) aan, de machine treedt in
werking. Afb. 23
7. Als er zich problemen voordoen, zet dan de scha-
kelaar op OFF, de machine zal dan stoppen. In-
dien het nodig mocht zijn de maaikop te laten
stoppen, laat dan de gashendel (11) los. Afb. 23
8. Als er een probleem optreedt, trek de pin uit de
veiligheidsgordel, waardoor de bosmaaier onmid-
dellijk vrij komt. Afb. 17