232
NL
•
Verstrek de veiligheidsinstructies aan alle perso-
nen die werkzaamheden aan of met de machine
verrichten.
•
Gebruik de zaag niet voor het zagen van brand-
hout.
•
De machine is voorzien van een veiligheidsscha-
kelaar tegen herinschakelen van de machine na
spanningsuitval.
•
Controleer voor ingebruikname of de spanning op
het typebordje van het apparaat overeenkomt met
de netspanning.
•
Kabeltrommel alleen in afgerolde toestand gebrui-
ken.
•
De personen die aan of met de machine werken,
mogen niet worden afgeleid.
•
Neem de draairichting van de motor- en zaagband
in acht
•
De veiligheidsinrichtingen van de machine mogen
niet worden gedemonteerd of onbruikbaar worden
gemaakt.
•
Zaag geen werkstukken die te klein zijn, zodat u
ze goed in uw hand kunt houden.
•
Verwijder nooit losse houtsplinters, spaanders of
vastzittende houtstukken als de zaagband draait.
•
De van toepassing zijnde ongevallenpreventie-
voorschriften alsook de overige algemene erken-
de veiligheidstechnische voorschriften moeten in
acht worden genomen.
•
Notitieboekje van de industriële bedrijfsvereniging
in acht nemen (VBG 7)
•
Stel de verstelbare veiligheidsinrichtingen dusda-
nig in dat deze zo dicht mogelijk tegen het werk-
stuk liggen.
•
Let op! Lange werkstukken moeten worden onder-
steund om te voorkomen dat ze na het zagen van
de tafel vallen. (bijv. met een rolstaander enz.)
•
De zaagbandbeveiliging (3) moet tijdens het trans
-
port van de zaag in de onderste positie staan.
•
Veiligheidsafdekkingen mogen niet worden ge-
bruikt voor het transporteren of ondeskundig ge-
bruik van de machine.
•
Vervormde of beschadigde zaagbanden mogen
niet gebruikt worden.
•
Versleten tafelinzet moet worden vervangen.
•
Nooit de machine in bedrijf zetten als de bevei-
ligingsklep van de zaagband resp. de losgekop-
pelde veiligheidsinrichting is geopend.
•
Let op dat de keuze van het zaagband en de snel-
heid voor de te zagen grondstof geschikt is.
•
Nooit de zaagband reinigen als deze nog niet tot
stilstand is gekomen.
•
Bij rechte zaagsnedes van kleine werkstukken te
-
gen de parallelaanslag moet een schuifstok wor-
den gebruikt.
•
Draag bij het werken met de zaagband en ruwe
grondstoffen handschoenen!
•
Tijdens het transport moet de zaagband-veilig-
heidsinrichting zich in de onderstand stand en na-
bij de tafel bevinden.
•
Bij schuine zaagsnedes met een schuine tafel
moet de parallel geleiding worden aangepast aan
het onderste deel van de tafel.
•
Losgekoppelde veiligheidsinrichtingen nooit ge-
bruiken voor het heffen of transporteren.
•
Let op dat de zaagband-veiligheidsinrichtingen
worden gebruikt en juist zijn ingesteld.
•
Zorg dat uw handen altijd op voldoende veilige af-
stand tot de zaagband worden gehouden. Gebruik
een schuifstok voor smalle zaagsnedes.
•
Plaats de schuifstok op de hiervoor aangebrachte
houder op de machine, zodat u deze vanuit uw
standaard werkpositie kunt bereiken en altijd bin-
nen handbereik hebt.
•
In de standaard werkpositie bevindt zich de ope-
rator vóór de machine.
6. Technische gegevens
Drijf
Motor
Wisselstroom
230-240V
Draai-
stroom
400V
3phase
Wattage
1,5 kW (S1)
1,8 kW (S6
40%)
1,5 kW (S1)
1,8 kW (S6
40%)
Toerental
1480 min
-1
Zaagbandlengte
2895mm
Zaagbandbreedte
6-25mm
Zaagbandbreedte
max
25mm
Snijsnelheid
700-1000m/min
Doorvoerhoogte
250mm
Doorvoerbreedte
375
Tafelgrootte
400x548
Zwenkbereik van de
tafel
-17 °/+45 °
Werkstukgrootte max.
375x250mm
Gewicht
98kg
Technische wijzigingen voorbehouden!
Het werkstuk moet minimaal een hoogte van 3 mm
en een breedte van 10 mm hebben.
Geluidswaarden
De volgens EN ISO 3746 inzake het geluidsvermo-
genniveau resp. EN 1807 (correctiefactor k3 volgens
bijlage A.2 van EN 1807-1 berekend) inzake het ge
-
luidsdrukniveau op de werkplek vastgestelde geluids-
emissiewaarden zijn met in acht neming van de in ISO
7960 bijlage J vermelde arbeidsomstandigheden.
De angivna värdena är emissionsvärden och anger
därför inte nödvändigtvis genast säkra arbetvärden.
Fastän det finns en korrelation mellan emissions- och
imissionspeglar, kan man inte säkert fastställa huru-
vida extra försiktighetsåtgärder är nödvändiga eller
ej. Faktorer som kan inverka på den aktuella imissi-
onspegel vid arbetsplatsen omfattar inverkans längd,
arbetsrummets beskaffenhet, andra bullerkällor o.
s. v., t. ex. maskinernas antal och verksamhet som
pågår i närheten.
Den tillåtna arbetsplatsvärdena kan variiera från land
till land. Denna information skall emellertid möjligg
-
ora för anvädaren att företa en bättre uppskattning
av faror och risker.
Содержание 5901504901
Страница 4: ...Fig 2 Fig 1 1 9 2 1 3 4 5 6 2 2 19 18 17 7 8 15 24 23 16 11 12 21 20 13 10 14 22 29 30 4 ...
Страница 5: ...Fig 3 9322 0282 1 2 4 5 3 6 Fig 4 5 ...
Страница 6: ...Fig 5 Fig 6 Fig 7 Fig 8 Fig 9 Fig 10 Fig 11 20 28 22 20 Fig 11 1 14 31 31 6 ...
Страница 8: ...Fig 16 Fig 17 Fig 18 Fig 19 Fig 20 a d b c e f f 30 Fig 15 27 27 26 8 ...
Страница 9: ...Fig A Fig B Fig C Fig D Fig E Fig F 9 ...
Страница 289: ...289 ...
Страница 290: ...290 230 240V 50Hz 1 Phase 400V 50Hz 3 Phases ...
Страница 291: ...291 ...
Страница 292: ...292 ...
Страница 293: ...293 ...