2
VOOR U DE INSTALLATEUR
VOOR U DE GEBRUIKER
ALGEMEEN
Lees vóór het plaatsen van het toestel dit instruktieboekje aandachtig door en bewaar het zorgvuldig voor eventueel later gebruik.
Wij kunnen u slechts de optimale werking van het toestel waarborgen, indien de installatie volgens de voorschriften en aanwijzingen
van de fabrikant geschiedt. Alle toestellen zijn in de fabriek ingesteld en verzegeld voor de werking op AARDGAS. De installatie
en onderhoud van het toestel dient te worden uitgevoerd door een bevoegd en erkend gastechnisch installateur, volgens :
voor België
: de plaatselijk geldende normen en Konink-lijke Besluiten (NBN D 51.003).
voor Nederland
: volgens NEN1078 en de plaatselijk geldende normen.
Bij installatie in kinderdagverblijven en andere plaatsen waar jonge kinderen of oudere zwakke personen aanwezig kunnen zijn is
het aanbevolen het toestel extra te beveiligen in verband met de temperatuur van de mantel.
Er mogen in geen geval gordijnen of legplanken boven het toestel gehangen of geplaatst worden.
Indien het toestel moet worden geconverteerd om met andere gassen te kunnen werken, dient dit door de fabrikant te gebeuren.
OPGELET
Rookgas afvoerbeveiliging (Fig. 2)
Doel :
Het toestel is uitgerust met een thermische afvoerbeveiliging die bij storing in de afvoer van de verbrandingsgassen de toevoer van
het gas naar de brander onderbreekt.
Werking :
Het waarnemend orgaan is een thermostaat welke bij overschrijden van een bepaalde temperatuur een elektrisch kontakt opent en
daarmee de thermokoppelstroom onderbreekt. Hierdoor schakelt het regelblok de gastoevoer naar de hoofd- en waakvlambrander
uit. Het toestel kan alleen opnieuw ontstoken worden na afkoeling van het waarnemend orgaan.
Terug aansteken van de gashaard
Geen enkele tussenkomst op de thermische beveiliging is nodig.
Gewoon dient de handeling voor het in bedrijfstellen van de gashaard uitgevoerd te worden.
Veelvuldige onderbrekingen
Bij veelvuldige onderbreking is het aangeraden een specialist te raadplegen.
IN GEEN ENKEL GEVAL MAG DE BEVEILIGING BUITEN GEBRUIK GESTELD WORDEN.
Er dient verholpen te worden aan de gebrekkige afvoer van de rookgassen.
Vervangen van de afvoerbeveiliging
De afvoerbeveiliging mag alleen door originele stukken vervangen worden.
Enkele mogelijke oorzaken die kunnen leiden tot het ingrijpen van de afvoerbeveiliging zijn :
* Een slechte verbinding tussen de kachel en het afvoerkanaal.
* Het afvoerkanaal is geheel of gedeeltelijk afgedicht door vallend puin of iets dergelijks.
* Een te geringe schoorsteentrek.
* Te weinig of geen luchtcirculatie rond de gashaard.
Содержание 92 TR
Страница 24: ...24 ...
Страница 46: ...46 H1 C H2 S T2 T1 ØD H3 Fig 1 Fig 2 Fig 3 Fig 4 Fig 5 ...