Rijden
Indien u zich met de zitmaaier verplaatst moeten de messen uitge-
schakeld zijn en moet het maaidek in de hoogste stand staan (stand «7»).
Breng de gashendel in een stand tussen «LANGZAAM» en «SNEL» en trap het rempe-
daal volledig in, ontkoppel de handrem en laat het pedaal geleidelijk los. Duw het koppe-
lingspedaal met de punt van de voet in richting «F» en bereik de gewenste snelheid door
druk op het koppelingspedaal uit te oefenen en de versnelling te bedienen.
Het pedaal moet geleidelijk aan bediend worden. Een te bruuske bediening kan leiden tot
het steigeren van de zitmaaier en het verliezen van de controle over de zitmaaier.
De zitmaaier is niet goedgekeurd om op de openbare weg te rij-
den. Overeenkomstig het Wegenverkeersreglement mag u de maaier alleen op
privé terrein gebruiken, dat voor openbaar wegverkeer afgesloten is.
Remmen
Om te remmen dient u het koppelingspedaal los te laten. Deze zal vanzelf in de «N»
stand terugkomen en veroorzaakt een opmerkelijke snelheidsvermindering van de zit-
maaier; druk dan het rempedaal in om nog meer snelheid te verminderen totdat de zit-
maaier tot een stilstand komt.
Achteruitrijden
Het inschakelen van de achteruitversnelling DIENT bij stilstand te gebeuren. Als de zit-
maaier stilstaat, schakel de achteruitversnelling in door het pedaal in richting «R» te
drukken.
5.3. HET GRAS MAAIEN
De messen inschakelen en vooruitrijden
Als u zich op het te maaien gazon bevindt:
– zet de gashendel in de «SNEL» stand;
– schakel de messen in door de hendel in stand «B» te zetten;
!
LET OP!
OPMERKING
nee 20
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN