TECHNISCHE GEGEVENS
Aantal slagen per minuut 0 - 2600
600 - 2600
slagen/min
slagen/min
Slaglengte
van het zaagblad
16 mm
20 mm
Max. zaagdiepte:
- Hout
75 mm
75 mm
- Staal
6 mm
8 mm
TECHNISCHE KENMERKEN
MAAK UZELF VERTROUWD MET UW
DECOUPEERZAAG
Maak uzelf, voordat u uw zaagmachine gaat gebruiken,
eerst vertrouwd met alle functies en specifieke
kenmerken wat betreft de veiligheid van de machine.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Uw decoupeerzaag is uitgerust met een kwaliteitsmotor.
Het apparaat moet op een stopcontact worden aangesloten
waarop stroom staat die overeenkomt met die op het
typeplaatje van het apparaat. Een grote spannings-
verlaging zou oververhitting en vermogensverlies van de
motor kunnen veroorzaken. Als het apparaat niet werkt
terwijl de stekker wel in het stopcontact zit, controleer
dan of er mogelijk sprake is van een stroomstoring.
WAARSCHUWING
Laat uw waakzaamheid niet verslappen als u
eenmaal vertrouwd bent geraakt met uw zaag.
Vergeet niet dat één seconde onoplettendheid
voldoende is om ernstig letsel te veroorzaken.
BEDIENING
DRUKSCHAKELAAR (afb. 1)
■
Druk op schakelaar (1) om de zaag AAN TE ZETTEN.
■
Laat u de drukschakelaar helemaal los om de zaag
te STOPPEN.
AAN-STAND VERGRENDELKNOP (afb. 1)
Uw zaag is voorzien van een schakelaarvergrendeling (3)
om de zaag continu AAN te laten staan. Deze functie is
bijzonder nuttig als u lange zaagsneden wilt maken.
U vergrendelt de zaag in de AAN-stand door de
drukschakelaar in te drukken, de vergrendelknop opzij
van het handvat in te drukken en vervolgens de
drukschakelaar los te laten. Als u de vergrendelknop
loslaat, blijft de zaag werken.
Deze vergrendelde AAN-stand kunt u opheffen door de
drukschakelaar even in te drukken en weer los te laten.
Als de schakelaar zo vergrendeld staat en de stroom
ongewild wordt onderbroken, dient u de vergrendelde
AAN-stand onmiddellijk op te heffen.
WAARSCHUWING
Controleer altijd eerst of de schakelaar niet in de
vergrendelde AAN-stand staat voordat u de
stekker in het stopcontact steekt (door de
drukschakelaar even in te drukken en gelijk weer
los te laten). De zaag kan ongewild in werking
treden en ernstig lichamelijk letsel veroorzaken
bij niet naleving van dit voorschrift. Gebruik de
vergrendelfunctie niet als u werk doet waarbij u
de zaag veelvuldig moet laten stoppen.
SNELHEIDSREGELAAR (afb. 2)
De zaag is voorzien van een snelheidsregelaar (2)
waarmee u de snelheid en dus het vermogen van het
apparaat kunt regelen. U kunt de snelheid van de zaag
verhogen (+) of verlagen (-) door de regelknop te
verdraaien in de richtingen van de pijlen, zoals afbeelding
2 laat zien.
Opmerking
: Houd de zaagmachine in de normale
werkstand en draai de snelheidsregelaar linksom om de
snelheid en het vermogen van uw zaag te verhogen.
Draai de regelaar rechtsom om de snelheid te verlagen.
Om de regelaar op een vaste snelheid te blokkeren drukt
u de drukschakelaar in, drukt u de vergrendelknop in en
laat u de schakelaar los. Vervolgens kunt u de regelknop
verdraaien naar de gewenste snelheid.
Opmerking
: Als de snelheidsregelaar zo ver mogelijk
rechtsom is gedraaid (nulinstelling) werkt de zaag
helemaal niet.
Opmerking
: Als u de snelheidsregelaar niet wilt te
gebruiken, draait u hem zo ver mogelijk linksom. In deze
stand kunt u de snelheid uitsluitend regelen door de
drukschakelaar harder of zachter in te drukken.
Laat de zaag niet voor langere tijd op een lage snelheid
draaien. De motor kan door lange tijd op lage snelheid te
werken oververhit raken. In dit geval kunt u de zaag
afkoelen door deze onbelast op maximumsnelheid te
laten draaien.
Volg onderstaande aanwijzingen om de juiste snelheden
te bepalen afhankelijk van werkwijze en van materiaal.
■
Een
LAGE
snelheid wordt aanbevolen voor zagen
met geringe kracht en snelheid, bijvoorbeeld als u
een zaagsnede begint.
44
NL
Nederlands
F
GB
D
E
I
P
S
DK
N
FIN
GR
H
CZ
RUS
PL
RO
SLO
TR
HR
EJS-500-600QEO_20 lgs
22/01/06
17:49 Page 44