104
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Alternatieve frequenties (AF)
Er wordt een lijst van alternatieve frequenties meegestuurd die hetzelfde programma uitzenden. Wanneer de
ontvangen zender te zwak wordt, kan de ontvanger dit herkennen aan het AF-signaal op welke frequenties hij
naar een zender moet zoeken die beter te ontvangen is.
Programmatype (PTY)
Deze code geeft de luisteraar informatie over de inhoud van het uitgezonden programma (bijv. sport, klassiek,
nieuws, enz.). De luisteraar kan dus doelgericht naar een bepaald programma zoeken.
Bovendien kan een nationaal rampalarm op deze manier worden verspreid. De PTY-service wordt echter niet
door alle zenders aangeboden.
Tijd (CT)
Veel zenders zenden de actuele tijd in de RDS-gegevens uit. Wanneer het apparaat dit signaal ontvangt, wordt
de klok automatisch op tijd gezet.
Het RDS-systeem heeft dus het voordeel, dat bij het verlaten van een zendergebied het omschakelen naar een
zelfde, beter te ontvangen zender automatisch wordt uitgevoerd. De omschakeling wordt echter alleen
uitgevoerd, wanneer een betere zender met hetzelfde programma aanwezig is.
Korte, aan de ontvangst te wijten signaalverzwakkingen, kunnen ook door het RDS-systeem niet worden
geëlimineerd, omdat een voortdurend heen en weer schakelen van de autoradio het gevolg zou zijn. Dit zou
door de luisteraar als veel storender worden ervaren dan kortstondige ontvangststoringen.
Een ander voordeel van het RDS-systeem is de vermelding van de zendernaam. De zendernaam van een RDS-
zender wordt op het display van de autoradio weergegeven.
Functie van de afzonderlijke toetsen
• Stationtoetsen 1-6 (4)
Door een korte druk op deze toetsen kan men direct een van tevoren opgeslagen zender selecteren.
Om een net beluisterde zender op te slaan moet gewoon de gewenste toets langer dan 1 seconde ingedrukt
worden.
Elk van de drie FM-bandbereiken (FM1-3) heeft zes stationtoetsen. In totaal kunnen dus 18 stationtoetsen
worden bezet.