Renkforce 1196094, Руководство по эксплуатации

Страница: 86 / 104

86
8. Basisfuncties
a) Aan-/uitzetten
• Draai de geluidssterkteregelaar „MASTER VOL“ (3) helemaal naar links tegen de wijzers van de klok in.
• Zet het toetsenbord met de aan-/uitschakelaar (2) aan. Als het toetsenbord aan is gezet steekt de drukknop wat minder ver uit
het apparaat uit dan als het niet is aangezet (zie het plaatje naast de aan-/uitschakelaar).
Aansluitend wordt het beeldscherm aangezet en wordt de blauwe achtergrondverlichting van het beeldscherm geactiveerd.
• Schakel het toetsenbord uit als u het niet meer nodig hebt. Druk op de aan-/uitschakelaar (2), het beeldscherm wordt uitgezet
en de achtergrondverlichting van het beeldscherm dooft.
b) Geluidssterkte instellen
• De draairegelaar „MASTER VOL“ (3) dient als belangrijkste geluidssterkteregelaar en regelt om zo te zeggen de basisgeluids-
sterkte van alle tonen en klanken.
Druk een aantal maal op een toets van het toetsenbord en stel de geluidssterkte in zoals u wenst.
• Met de toetsen „ACCOM VOL+“ resp. „ACCOM VOL-“ (5) kan de geluidssterkte van de begeleidingsmelodie of het begeleidings-
ritme ingesteld worden.
Daardoor is het mogelijk dat bijv. het begeleidingsritme slechts zachtjes klinkt terwijl de tonen van het toetsenbord op
normale geluidssterkte te horen zijn.
Druk eenmaal eventjes op toets „START/STOP“ (24) om weergave van het begeleidingsritme te starten. Druk een aantal
maal op een toets op het toetsenbord en stel de basisgeluidssterkte met de draairegelaar „MASTER VOL“ (3) in.
Aansluitend kunt u met de toetsen „ACCOM VOL+“ resp. „ACCOM VOL-“ (5) de geluidssterkte van het begeleidingsritme
apart instellen.
c) Demosongs afspelen
Het toetsenbord beschikt over 2 geïntegreerde demosongs. Om deze te kiezen en af te spelen gaat u als volgt te werk:
• Druk even op toets „DEMO“ (16).
Op het beeldscherm verschijnt de eerste demo-song en de snelheidsindicatie („TEMPO“) knippert een paar seconden.
Terwijl de snelheidsindicatie knippert, kunt u de snelheid van de weergave van de demosongs met de toetsen „TEMPO+“
resp. „TEMPO-“ (4) regelen.
• Aansluitend start weergave van de demo-song. Stel indien nodig de geluidssterkte met de draairegelaar „MASTER VOL“ (3)
anders in.
Als de weergave loopt, kan de snelheid van de demosongs als boven beschreven met de beide toetsen „TEMPO+“ resp.
„TEMPO-“ (4) veranderd worden.
• Door even te draaien aan het draaiwieltje „DATA DIAL“ (18) kunt u van de ene naar de andere demo-song overschakelen.
• Beëindig weergave van de demo-song door kort op ofwel de toets „DEMO“ (16) of de toets „START/STOP“ (24) te drukken.
d) Slagwerkmodus
Druk even op de toets „KEYBOARD PERCUSSION“ (37) om te schakelen van de „normale“ klanken naar de slagwerkklanken. In de
slagwerkmodus ziet u „PERCUS“ (= „Percussion“ = slagwerk) op het beeldscherm.
Onder iedere toets van het toetsenbord treft u een klein symbool aan voor het betreffende slaginstrument.
Als de slagwerkmodus gedeactiveerd is, heeft u de beschikking over 8 aparte toetsen (38) om een kleine keus te maken
uit de slagwerkinstrumenten.