ProFlow PF-PHN, Инструкция по установке и эксплуатации, Страница: 41 / 53

WERKINGSCONDITIES & VEREISTEN
Pagina 41
NL - Nederlands
•
TOEPASSINGSLIMIETEN:

inkomende pH : pHneutralizer: 6,0 - 7,0
pHneutralizer
XL
: 5,0 - 6,0
Indien de pH van het inkomende water lager is dan de opgegeven niveaus, kan
onvoldoende correctie van de pH voorkomen, i.e. de pH aan de uitgang van het
toestel kan mogelijkerwijze niet in die mate verhoogd zijn als verwacht.

inkomende hardheid : max. 100 mg/L als CaCO
3
(= 10 °f of 5,6 °dH); bij hogere
hardheidsniveaus zal het toestel nog steeds functioneren, maar zal de filtermassa
‘samenkoeken’, hetgeen de levensduur vermindert; het verhogen van de
regeneratiefrequentie (i.e. het verlagen van het aantal dagen tussen 2
regeneraties) kan voorkomen dat dit zich voordoet.

uitgaande hardheid : ten gevolge van het oplossen van de filtermassa, zal de
waterhardheid aan de uitgang van het toestel toenemen; een waterontharder
kan noodzakelijk worden.
•
WERKINGSDRUK MIN-MAX: 2,0-8,0 bar / 29-116 psi

lage werkingsdruk kan leiden tot onvoldoende terugspoeling van de filtermassa,
met een verhoging van het drukverlies en/of een vermindering van de
filtercapaciteit tijdens de bedrijfscyclus tot gevolg.

indien geïnstalleerd op een waterput, verifieer dat de bronpomp krachtig genoeg
is om voldoende debiet te leveren voor de terugspoelcyclus.

controleer regelmatig de waterdruk; sterke schommelingen zijn mogelijk
afhankelijk van het tijdstip, de dag van de week of zelf de seizoen van het jaar.

hou er rekening mee dat de waterdruk ‘s nachts aanzienlijk hoger kan zijn dan de
waterdruk overdag.

installeer, indien nodig, een drukreduceerventiel voor het toestel.

installeer een boosterpomp indien het mogelijk is dat de waterdruk onder het
miminum daalt.
•
WERKINGSTEMPERATUUR MIN-MAX: 4-38 °C / 39-100 °F

installeer het toestel niet in een omgeving waar hoge temperaturen (bijv.
ongeventileerde boilerruimte) of vriestemperaturen kunnen voorkomen.

het toestel mag niet worden blootgesteld aan de buitenomgeving, zoals direct
zonlicht of neerslag.

installeer het toestel niet te dicht bij een warmwaterketel; hou minimaal 3 m (10
ft) leiding tussen de uitgang van het toestel en de ingang van de warmwaterketel;
warmwaterketels kunnen soms, via de koudwaterleiding, warmte doorgeven
naar de besturingsklep; installeer steeds een terugslagklep aan de uitgang van
het toestel.
•
ELEKTRISCHE AANSLUITING:

het toestel werkt enkel op 24 VDC; gebruik het toestel steeds in combinatie met
de meegeleverde transformator.

in geval van beschadiging van de voedingskabel van de transformator, verwijder
onmiddellijk de transformator uit het stopcontact en vervang de transformator.

sluit de transformator enkel aan op een stopcontact, dat geïnstalleerd is op een
droge
locatie, voorzien van de geschikte voedingsspanning en
overspanningsbeveiliging.