19
NL/BE
Zeker het onderste/bovenste uiteinde
van de ladder.
Plaats de ladder alleen op een
horizontale, droge en onbeweegbare
stevige ondergrond.
Zijdelings afstanden van de ladder is
niet toegestaan.
Gebruik geen staladder om een
ander niveau te betreden.
Gebruik de ladder nooit als brug.
Vermijd het, naar de zijkanten te
leunen.
Verwijder tevoren alle
verontreinigingen van de ondergrond.
Let op gevaren door stroomvoerende
elementen als u de trap / ladder
transporteert.
Er mag slechts één persoon op ieder
betreedbaar been van de ladder/
trapladder staan.
Ga niet op één van de bovenste
twee treden
Met het gezicht richting de ladder
omhoog en omlaag klimmen.
Plaats de ladder altijd op een
stevige, onbeweegbare ondergrond.
De ladder moet zo worden
neergezet dat de afstand van de
onderkant van de ladder tot de muur
ongeveer gelijk is aan een kwart van
de werklengte van de ladder.
De hoek tussen ladder en muur
bedraagt dan tussen 65° - 75°.
Zorg ervoor dat de beugel op de
juiste wijze aangebracht is.
Gebruik van twee ladders om een
werkplatform te ondersteunen wordt
afgeraden.
Zorg ervoor dat de bovenkant van
de ladder in de juiste positie staat.
Beklim een (trap)ladder alleen als u
minstens één hand vrij heeft. Houd
uzelf goed vast als u een (trap)
ladder op-/afklimt. Doe dit altijd met
uw gezicht gericht naar de ladder.