170
NL
De behuizing van het
apparaat schoonmaken
Maak regelmatig de binnen- en
buitenkant van het apparaat schoon om
ophoping van stof te voorkomen.
1
Stof de behuizing van het apparaat
af met een zachte, droge doek.
2
Maak de luchtuitlaat uitsluitend
schoon met een zachte, droge
doek.
De luchtkwaliteitsensor
reinigen
Reinig de luchtkwaliteitssensor om
de 2 maanden om de luchtreiniger
optimaal te laten functioneren. Maak
de sensoren vaker schoon als u de
luchtreiniger in een stoffige omgeving
gebruikt.
Opmerking
•
Als de vochtigheidsgraad in de
ruimte zeer hoog is, bestaat
de kans op condensvorming
op de luchtkwaliteitssensor.
Hierdoor kan het gebeuren dat de
luchtkwaliteitsindicator aangeeft
dat de luchtkwaliteit slecht is,
terwijl dit niet zo is. In dit geval
moet u de luchtkwaliteitssensor
reinigen of een van de handmatige
snelheidsinstellingen gebruiken.
1
Maak de inlaat en de uitlaat van de
luchtkwaliteitssensor schoon met
een zachte borstel (afb.
‚
).
2
Open het klepje van de
luchtkwaliteitssensor (afb.
ƒ
).
3
Maak de luchtkwaliteitssensor,
de stofinlaat en de stofuitlaat
schoon met een licht bevochtigd
wattenstaafje (afb.
„
).
5 Schoonmaken
Opmerking
•
Haal altijd de stekker uit het
stopcontact voordat u het apparaat
gaat schoonmaken.
•
Dompel het apparaat nooit in water
of een andere vloeistof.
•
Maak het apparaat nooit schoon
met schurende, agressieve of
brandbare schoonmaakmiddelen
zoals bleek of alcohol.
•
Alleen het voorfilter en NanoCloud
roterend bevochtigingsfilter zijn
wasbaar. Het NanoProtect-filter
mag niet worden gewassen of
gestofzuigd.
Schoonmaakschema
Frequentie
Schoonmaakmethode
Wanneer
nodig
Veeg het oppervlak van
het apparaat schoon
met een zachte, droge
doek.
Elke week
Spoel het
waterreservoir, de
waterbak en het
NanoCloud roterend
bevochtigingsfilter af.
Wanneer de
reiniging-
sindicator
gaat
branden en
F0 wordt
weerge-
geven op
het scherm.
Maak het voorfilter
schoon.
Ontkalk het
NanoCloud roterend
bevochtigingsfilter met
water en witte azijn (5%
azijnzuur) of met water
en citroenzuur.