11
NEDERLANDS
worden ingeënt tegen mogelijk daar aanwezige ziektekiemen.
Let vanwege uw gezondheid ook heel goed op de hygiëne.
Zorg ervoor dat er geen giftige gassen in de werkruimte aan-
wezig zijn.
Neem de regels van de arbeidsinspectie in acht en zorg dat er
eerste-hulpmateriaal beschikbaar is.
In sommige gevallen kunnen pompen en het af te voeren mate-
riaal heet zijn, dan bestaat er kans op verbranding.
Voor installatie in explosiegevaarlijke gedeeltes zijn bijzondere
voorschriften van toepassing!
GEBRUIK
Het bovenvloers Hebefix-reservoir is in verbinding met sepa-
raat te bestellen pompen een compleet pompstation.
De verschroefde afdekking is geurdicht en niveaucompense-
rend. Al naargelang de capaciteitsbehoefte kunnen verschil-
lende pompen gebruikt worden:
Hebefix 200-32: U3K, U5K, U6K, US 62, US 73, US 102, US 103,
US 73 Ex of US 103 Ex
Hebefix 200-50: US 62, US 73, US 75, US 102, US 103, US 105,
US 155, US 73 Ex of US 103 Ex.
De tweede pomp is conform EN 12056 een reservepomp. Een
pomp alleen moet de maximale toevoerhoeveelheid aankun-
nen.
LET OP!
De Hebefix 200 mag niet voor het transport van afval-
water uit toilet- en urinoirinstallaties gebruikt worden.
Het transportmedium mag een temperatuur van maximaal 35º C,
hebben, kortstondig 60º C.
Het reservoir bezit twee zijdelingse, met 90° versprongen
DN 100/150-inlaatopeningen, een DN 100-inlaatopening, een
schroefdraadverbinding (1 1/4" of 2") voor de drukleiding en een
70 DN-ontluchtingsaansluiting.
Leveromvang
Bovenvloers Hebefix-reservoir met deksel, schachtdruklei-
ding, terugslagkleppen, afsluitplug voor kabeldoorvoer, 4 slan-
gaansluitingen, 8 slangklemmen, PP-buis, dekselpakking, op-
waartse waterdrukbeveiliging.
Elektrische aansluiting
Gelieve de overeenkomstige instructies in de bedrijfshandlei-
ding van de pomp na te leven svp.
INBOUW
Bij installaties volgens EN 12056-4 moet de drukleiding tot bo-
ven het plaatsselijk vastgelegte terugstroomniveau worden
geleidet en met een terugslagklep beveiligd worden.
Reservoir monteren
1. De benodigde inlaatopeningen op het gemarkeerde punt
(kap) openzagen en eventuele bramen verwijderen. De in-
laat- en ontluchtingsleiding op het plaatselijke KG-mofdeel
aansluiten.
2. De drukleiding aansluiten.
Let op!
Bij het afdichten en vast-
schroeven mag de drukleiding in het reservoir niet worden
verdraaid, eventueel met een tang tegenhouden.
3. Na aansluiting op de benodigde pijpleidingen op het reser-
voir een beveiliging tegen opwaartse waterdruk monteren
(afbeelding).
Pompen monteren
1. De drukleidingen afzagen (afbeelding).
2. De drukleidingen met hoeken en slangaansluiting op de
pomp afdichten en vastschroeven.
3. De pomp in het reservoir plaatsen en de aansluitingen
pijp-terugslagklep-T-stuk met de slangaansluitingen ver-
vaardigen en de klemmen vastdraaien.
4. Die elektrische aansluitleiding van de pompen door de ver-
luchtingsleiding dor middel van een trekdraad tot het door
de klant geleverde aansluitings-T-stuk omhoog leiden. Let
er op dat de pompen voor onderhoud uit de schacht verwij-
derd wordt en de elektrische leiding daarom voldoende lang
moet zijn. De leiding aan de uitgang van het T-stuk met de
afsluitstoppen geurdicht afsluiten.
Montage als enkelvoudig systeem
Wordt de Hebefix aanvankelijk met slechts één pomp uitge-
rust, dan raden wij een pomptype met aangebouwde vlotter-
schakelaar aan.
De enkelvoudige pomp moet zodanig in het reservoir worden
gepositioneerd, dat de vlotter naar het midden van het reser-
voir wijst.
Op het T-stuk wordt op de vrije aansluiting de slangaansluiting
verwijderd en vervangen door de bijgevoegde blinde plug.
LET OP!
De stekker hoeft niet te worden afgesneden wanneer
hij door het ontluchtingskanaal omhoog worden getrokken.
Dompelschakelaarpakket monteren
GL-Basisbelasting | Hoogwateralarm | SL-Piekbelasting
LET OP!
De kabellengtes van de dompelschakelaar tot de mon-
tageplaat niet veranderen, ze zijn al ingesteld.
Het installatieklare dompelschakelaarpakket wordt in het
midden op het T-stuk gedrukt. De kabels van de pompen en
dompelschakelaars moeten in het reservoir voldoende worden
vastgezet, zodat de dompelschakelaars vrij omhoog kunnen
