PFBS 12 B6
■
74
│
NL
│
BE
c)
Het toegelaten toerental van het opzetgereedschap moet minstens even hoog zijn
als het maximale toerental dat op het elektrische gereedschap is vermeld.
Accessoi-
res die sneller draaien dan toegestaan, kunnen breken en wegslingeren.
d)
Buitendiameter en dikte van het opzetgereedschap moeten overeenkomen met de
specificaties voor afmetingen van uw elektrische gereedschap.
Verkeerd bemeten
accessoires kunnen niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd.
e)
Slijpschijven, slijprollen en andere accessoires moeten precies op de slijpspil van uw
elektrische gereedschap passen.
Slijpschijven die niet precies in de houder van het
elektrische gereedschap passen, draaien ongelijkmatig, trillen hevig en kunnen leiden
tot een verlies aan controle.
f)
Op een stift gemonteerde schijven, slijpcilinders, snijgereedschappen of andere acces-
soires moeten volledig in de spantang of de spankop worden geplaatst. De “over-
stand” resp. het vrijliggende deel van de stift tussen het slijplichaam en de spantang
of spankop moet minimaal zijn.
Als de stift niet voldoende wordt gespannen of als het
slijplichaam te ver vooruit steekt, kan het opzetgereedschap loskomen en met hoge
snelheid worden weggeslingerd.
g)
Gebruik geen beschadigde opzetgereedschappen. Controleer voor elke toepassing
opzetgereedschappen zoals slijpschijven op splinters en barsten, slijprollen op
barsten, (ernstige) slijtage, en staalborstels op losse of gebroken staaldraden. Als
het elektrische gereedschap of het opzetgereedschap valt, dient u na te gaan of het
beschadigd is of een onbeschadigd gereedschap te gebruiken. Als u het gereed-
schap hebt gecontroleerd en geplaatst, dient u, en iedereen in de buurt, buiten het
bereik van het roterende opzet gereedschap te blijven en het apparaat minstens één
minuut op maximaal toerental te laten lopen.
Beschadigde opzetgereedschappen
breken meestal in deze testperiode.
h)
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen. Gebruik al naargelang de toepassing
een volledig gelaatsmasker, oogbescherming of een veiligheidsbril. Indien toepas-
selijk draagt u een stofmasker, gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen of
een speciale schort, die u beschermt tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes.
Ogen
moeten worden beschermd tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende toepas-
singen ontstaan. Een stof- of ademhalingsmasker moet het stof filteren dat bij het gebruik
van het gereedschap ontstaat. Als u lange tijd bent blootgesteld aan lawaai, kunt u
gehoorverlies lijden.
i)
Let op dat anderen een veilige afstand tot uw werkomgeving houden. Iedereen die
de werkomgeving betreedt, moet persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Afge-
broken stukken van het werkstuk of gebroken accessoires kunnen worden weggeslin-
gerd en verwondingen veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
Содержание PFBS 12 B6
Страница 3: ...B A...
Страница 45: ...PFBS 12 B6 42 DE AT CH...
Страница 91: ...PFBS 12 B6 88 NL BE...
Страница 133: ...PFBS 12 B6 130 PL...
Страница 217: ...PFBS 12 B6 214 IT...
Страница 237: ...PFBS 12 B6 234 HU...