40
41
6.2 De koelbox uitschakelen
•
Maak de koelbox leeg.
•
Schakel de koelbox uit.
•
Haal de kabel uit het stopcontact.
Als u de koelbox gedurende een langere periode niet wilt gebruiken.
•
Laat het deksel van het apparaat een beetje open, dit zal het ontstaan van een nare geur
voorkomen.
6.3 Het koelapparaat ontdooien
Vochtigheid kan rijp vormen aan de binnenkant van het koelapparaat of op de verdamper, en dit zal
het koelvermogen van het apparaat verminderen. Ontdooi het koelapparaat tijdig om dit te voorkomen.
INSTRUCTIE! Gevaar voor schade!
Gebruik nooit hard of puntig gereedschap om ijs te verwijderen of om voorwerpen los te maken die in
de koelbox zijn bevroren.
Volg de volgende stappen om de koelbox te ontdooien
•
Haal de inhoud van de koelbox eruit.
•
Plaats deze indien nodig in een ander koelapparaat om deze koel te houden.
•
Schakel de koelbox uit.
•
Laat het deksel open.
•
Veeg het ontdooide water eraf.
7. REINIGING EN ONDERHOUD
7.1 Vervangen DC-zekering
•
Haal de adapterhoes van de DC-stekker.
•
Schroef de schroef los uit de bovenste helft van de behuizing.
•
Hef de bovenste helft van de behuizing voorzichtig op uit de onderste helft.
•
Haal de contactpin eruit.
•
Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering met hetzelfde type en rating
•
Monteer de stekker opnieuw in de omgekeerde volgorde.
7.2 Het koelapparaat reinigen.
•
Reinig af en toe de binnen- en buitenkant van het apparaat met een vochtige doek.
•
Zorg ervoor dat de luchtinlaat- en uitlaatopeningen in het apparaat vrij zijn van stof en vuil,
zodat warmte kan vrijkomen en het apparaat niet wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Koppel het apparaat altijd los van de stroombron voordat u het reinigt en onderhoudt.
INSTRUCTIE! Risico op schade.
•
Maak de koelbox nooit schoon onder stromend water of in een schaal water.
•
Gebruik geen schuurmiddelen of harde voorwerpen tijdens het schoonmaken,
omdat deze de koelbox kunnen beschadigen.
8. PROBLEEMOPLOSSING
9. AFVOER
•
Plaats het verpakkingsmateriaal waar mogelijk in de juiste recyclingafvalbakken.
•
Als u uw apparaat definitief wilt weggooien, vraag dan uw lokale recyclingcentrum of gespecialiseerde
dealer om informatie over hoe dit moet worden gedaan in overeenstemming met de toepasselijke
afvoervoorschriften.
Fout
Mogelijke oorzaak
Voorgestelde oplossing
Apparaat werkt niet, ledlampje
brandt niet.
Er werd geen spanning
gedetecteerd in de stroombron.
De zekering van de koelbox is
defect
In de meeste voertuigen
moet de ontsteking
worden ingeschakeld voordat
de stroom wordt geleverd
naar het DC-stopcontact.
Vervang de zekering van het
apparaat door een nieuwe.
Het apparaat koelt niet af (
stekker is ingestoken, "AAN"
led brandt)
Defecte compressor
Dit kan alleen worden
gerepareerd door een
erkend reparatiecentrum.
Het apparaat koelt niet af
(stekker is ingestoken,
beeldscherm geeft Foutcode
“E1” weer). Raadpleeg ook
hoofdstuk "5.6 Uitleg voor de
doorlopende code op het
beeldscherm”:
Laagspanningsbeveiliging
batterij is te hoog ingesteld.
Batterijspanning is te laag.
Selecteer een lager niveau voor
de batterijmonitor
Test de batterij en laad deze op
indien nodig
Bij het gebruik van het apparaat
vanaf een DC-uitgang. (de
ontsteking is ingeschakeld, maar
het apparaat werkt niet, het
ledlampje brandt ook niet)
De DC-uitgang is vies, dit
resulteert in een slecht elektrisch
contact.
De zekering van de DC-stekker
is gesprongen.
De voertuigzekering is
gesprongen
Als de stekker van uw apparaat
zeer warm wordt in de DC-
uitgang, moet de DC-uitgang
worden gereinigd of is de stek-
ker niet correct gemonteerd.
Vervang de zekering in de
DC-stekker, raadpleeg hoofdstuk
"8.1 Vervangen DC-zekering.”
Vervang de DC-uitgang van het
voertuig, raadpleeg de
handleiding van uw voertuig
Het beeldscherm geeft de
Foutcode weer en het voertuig
koelt niet af. Raadpleeg "5.6
Uitleg voor de doorlopende
code op het beeldscherm”
Raadpleeg "5.6 Uitleg voor de
doorlopende code op het
beeldscherm”
Dit kan alleen worden
gerepareerd door een erkend
reparatiecentrum.