Prothesevoet te zacht
• Klikkend geluid bij het eerste neerzet
ten van de voet.
• Zeer sterke vervorming van de voorvoet
bij hoge activiteit
• Kies een stijvere prothesevoet
5.1.5.1 Hielkarakteristiek optimaliseren
Het gedrag van de prothesevoet bij het neerzetten van de hiel en bij contact
van de hiel tijdens de middelste standfase kan worden aangepast door de
plaatsing van een hielwig. De hielwig wordt om te proberen vastgezet met
tape. Bij de definitieve montage wordt hij aan de prothesevoet gelijmd.
Passen
1) Gebruik tape op de onderkant van de hielwig.
2) Plaats de hielwig op de aanbevolen positie op de basisveer (zie afb. 3).
3) Stel de gewenste stijfheid in door het verstellen van de hielwig
(anterior=harder, posterior=zachter).
Definitieve montage
1) Verwijder de tape van de hielwig. Daarvoor kan een doekje met aceton
worden gebruikt.
2) Ruw het contactoppervlak op de prothesevoet wat op met schuurpapier.
Verwijder het schuurstof.
3) Lijm de hielwig met cyanoacrylaatlijm op de prothesevoet.
5.1.5.2 Stijfheid van de functiering controleren
De stijfheid van de functiering heeft invloed op het loopcomfort. De stijfheid
is op de functiering aangegeven (hoe hoger het getal, des te hoger de stijf
heid).
Functiering bij het lopen
Oorzaak
Oplossing
De patiënt veert te zacht in. De functiering
wordt niet tot aan de aanslag gecompri
meerd.
Functiering heeft
een passende stijf
heid
–
De patiënt veert in tot aan de aanslag. De
functiering wordt volledig gecompri
meerd.
Functiering te zacht
Hardere functiering
inbouwen (zie
pagina 74)
Functiering te hard
Zachtere functiering
inbouwen (zie
pagina 74)
De patiënt veert niet in. De functiering
wordt niet gecomprimeerd.
Mogelijk:
hielwig
te zacht
Hardere hielwig
inbouwen (zie
pagina 73)
73