![Otto Bock 50K6-1 Скачать руководство пользователя страница 33](http://html1.mh-extra.com/html/otto-bock/50k6-1/50k6-1_instructions-for-use-manual_1659999033.webp)
33
1)
Aantrekken:
Pak de orthese aan weerszijden vast aan de aantreklussen (1) en trek hem over
de knie tot de patellaopening midden op de patella zit.
2)
Positioneren
(zie afb. 2)
:
Buig de knie van de patiënt 20 – 30°. Pak de patella voorzichtig aan
weerszijden vast en leg de patellabeugel (2) langs de laterale rand van de patella.
3)
Vasthaken
(zie afb. 3)
:
Span de veerelementen (4) licht voor en haak het bovenste trek
oog (3.1) vast aan de inkepingen (5.1). Span de veerelementen (4) opnieuw licht voor en haak
het onderste trekoog (3.2) vast aan de inkepingen (5.2).
INFORMATIE: De maximale voorspanning wordt bepaald door een markering op het
trekoog. Span de veerelementen maximaal zo voor, dat de markering zich aan de rand
van de stang (10) bevindt.
→
De patellabeugel (2) is nu gefixeerd aan de laterale rand van de patella.
4)
Vastklitten
(zie afb. 4)
:
De patellabeugel wordt in het onderste en bovenste geleidingsge
bied (8) op zijn plaats gehouden met twee stroken klittenband (9) als geleiding. Het klitten
band voor de geleiding kan zo nodig worden versteld.
5)
Functiecontrole
(zie afb. 5)
:
Buig het been voorzichtig zover als de behandelend arts heeft
toegestaan, en strek het daarna weer om te controleren of de orthese optimaal functioneert en
helemaal goed zit.
→
Zijn er correcties nodig?
Zie 6 ''Mogelijke aanpassingen''
→
Zit de orthese helemaal goed?
Zie 7 ''Inkorten''
6)
Mogelijke aanpassingen (optioneel)
(zie afb. 6)
:
Aanpassen voor:
De trekogen kunnen worden losgemaakt uit de inkepingen en worden ver
steld.
Aanpassen achter:
De klittenbandsluitingen van het dynamische trekelement (7.3) in de
knieholte kunnen in mediale of laterale richting worden verzet. Wanneer dit nodig is, verzet
dan eerst de boven elkaar gelegen riemen zover als nodig. Stel daarna alleen de bovenste,
niet-elastische riem (7.1) bij, die voorkomt dat de stand van de patella wordt overgecorri
geerd.
7)
Inkorten
(zie afb. 7)
:
Houd er bij het inkorten rekening mee dat er voor elk trekoog twee inke
pingen nodig zijn. Maak de trekogen los uit de inkepingen en kort de bevestigingsstrips in.
Rond de uiteinden vervolgens braamvrij af.
Tip:
Tel het aantal inkepingen in vastgehaakte toestand en markeer de plaats waar de strips
moeten worden afgeknipt. Houd er daarbij rekening mee dat er voor het vasthaken van de
trekogen altijd twee inkepingen nodig zijn.
8)
Eindcontrole:
Controleer de functie opnieuw door het been van de patiënt voorzichtig zover
te buigen als de arts heeft toegestaan, en het daarna weer te strekken. Doordat de patella
beugel van twee paar extra gaten is voorzien, kan de orthese op ieder gewenst moment wor
den bijgesteld.
9)
Indien nodig:
Breng de meegeleverde riemen met behulp van het klittenband aan de boven-
en onderkant rondom de orthese aan.
5.3 Aanbrengen
LET OP
Gebruik van een versleten of beschadigd product
Beperkte werking
►
Controleer het product telkens voor gebruik op functionaliteit, slijtage en beschadigingen.
►
Een product dat niet meer functioneel is of versleten of beschadigd is, mag u niet langer
gebruiken.
LET OP
Gebruik bij contactsporten
Functiebeperking van orthesecomponenten door overbelasting
Содержание 50K6-1
Страница 3: ...2 3 4 5 6 7 3...
Страница 70: ...70 3 3 3 3 1 3 3 2 3 4 29K129 3 5 4 4 1 4 2 1...
Страница 72: ...72 5 3 1 6 2 3 6 5 4 1 6 2 5 5 1 7 2 30 C 3 6 7 7 1...
Страница 74: ...74 3 3 3 3 1 3 3 2 3 4 29K129 3 5 4 4 1 4 2...
Страница 76: ...76 1 6 2 3 6 5 4 1 6 2 5 5 1 7 2 30 C 3 6 7 7 1 7 2 CE 2017 745 CE 7 3...
Страница 77: ...77...
Страница 78: ...78...
Страница 79: ...79...