2)
Alleen indien nodig:
draai de stelbouten aan de onderkant van de armlegger los en trek de steun voor de
bedieningseenheid naar voren eruit (zonder afb.).
3) Schuif de houder voor het zwenkmechanisme (zie afb. 1, pos. 1) onder de afstandhouder (zie afb. 1, pos. 2) in
de profielrail.
4) Zet de houder met behulp van de stelbouten in de profielrail vast (zie afb. 1, pos. 3).
5) Plaats het zijdeel weer terug en bevestig het.
Het werkblad positioneren en bevestigen
1) Steek het zwenkmechanisme in de houder en zet het met de vergrendelingshendel ietwat vast (zie afb. 2, links
boven).
2) Leg het werkblad erop en positioneer het. Zorg ervoor dat de houder voor het werkblad in het midden zit.
3) De 3 boorgaten in het werkblad moeten samenvallen met de 3 boorgaten in de houder voor het blad (zie afb. 2,
rechtsboven).
4) Fixeer de positie van de houder voor het werkblad met 2 bouten (zie afb. 2, linksonder).
5) Schroef het werkblad met 3 bouten aan de houder vast (zie afb. 2, rechtsonder). Draai de bouten voorzichtig
aan.
Steun monteren
1) Schuif de 1e steun op het klemprofiel (zie afb. 3, links).
2) Zet de 2e steun op de buis van het zwenkmechanisme (zie afb. 3, rechts).
3) Bepaal provisorisch de diepte van het werkblad. Klem het zwenkmechanisme vast.
4) Plaats de steunen zo, dat ze voorop en met een veiligheidsmarge aan de buitenkant kunnen worden gemon
teerd.
5) Monteer de steunen op het werkblad. Boor daarvoor op de juiste plaats in het werkblad twee keer 2 gaten met
Ø 6 mm.
6) Werk de boorgaten af met een verzinkboor.
7) Bevestig de steunen elk met 2 meegeleverde verzonken schroeven. Breng zo nodig de afstand tussen de steu
nen en het werkblad met afstandsringen op het gelijke niveau.
Diepte instellen
1) Open de klemverbinding aan het zwenkmechanisme en trek het werkblad iets naar voren (zie afb. 4, links).
2) Trek de pin uit en klap het werkblad naar de zijkant weg (zie afb. 4, rechts).
3) Zet de gebruiker in de stoel.
4) Klap het werkblad naar beneden en vergrendel het met de pin.
5) Stel de diepte in.
VOORZICHTIG! De gebruiker mag niet door het werkblad worden ingeklemd. Let op dat de armen van
de gebruiker op het werkblad rusten en dat de ronde uitsparing aan de voorkant het lichaam van de
gebruiker niet raakt.
6) Zet de vergrendelingshendel van het zwenkmechanisme goed vast.
5.2 TEN° werkbladmodule monteren
INFORMATIE
Neem voor de volgende werkzaamheden de aanwijzingen op de montagesjabloon in acht. Let met name op de
verschillende instructies voor de voorste en achterste boorgaten (gezien in de rijrichting).
Inbouwpositie bepalen (alleen bij zelfmontage)
1) Bepaal de inbouwpositie van de werkbladmodule. Neem daarvoor de volgende factoren in acht:
→
de behoeften van de gebruiker,
→
de technische gegevens (formaat, houder, houder van het werkblad),
→
het latere zwenkbereik van de werkbladmodule.
LET OP! Houd er rekening mee dat er aan de zijde van het werkblad die naar de gebruiker gericht
is vanwege de stabiliteit altijd een strook van minimaal 40 mm breed moet overblijven (zie afb. 7).
Let er bovendien op, dat de werkbladmodule niet met bevestigingselementen van het werkblad
botst.
2) Leg de montagesjabloon op het werkblad en teken de rand van de uitsparing en de middelpunten van de boor
gaten af met een geschikt gereedschap (zie afb. 5).
41
493U75=SK300, 493U75=SK330
Gebruiksklaar maken