92
-Urządzenie powinno być suche. Nie należy zanurzać
go w wodzie ani w żadnym innym płynie.
-Należy trzymać urządzenie z dala od wody i
rozprysków.
-Nie należy eksploatować urządzenia w wilgotnym
środowisku. Nie używać w miejscach wilgotnych.
-Wokół tego urządzenia nie powinny znajdować się
żadne przedmioty zawierające płyny.
-Nie zakrywać urządzenia przedmiotami takimi jak
papier, ręczniki, zasłony itp.
-Nie należy wystawiać urządzenia na bezpośrednie
działanie promieni słonecznych ani na działanie
wysokich temperatur.
-Nie wolno dopuścić, aby przewód zasilający zwisał
z krawędzi stołu ani dotykał jakiejkolwiek gorącej
powierzchni.
-Po odłączeniu urządzenia należy zawsze ciągnąć za
wtyczkę, nigdy za przewód zasilający.
-Jeśli przewód zasilający lub zaciski są uszkodzone,
nie należy używać urządzenia.
-Jeśli przewód zasilający jest uszkodzony, musi zostać
wymieniony przez producenta, jego przedstawiciela
serwisowego lub osoby o podobnych kwalifikacjach,
aby uniknąć zagrożenia.
29
2MINS
OFF
Uitschakeling na 2 minuten:
Het apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld als het 2 minuten niet
wordt gebruikt.
U kunt ook de ‘Aan/uit’-
schakelaar (
4
) gedurende 3 seconden
ingedrukt houden om het apparaat uit te
schakelen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Fout
Oorzaak
Oplossing
1. Het icoon ‘Klemmen’
knippert in de
rechterbovenhoek
De klemmen zijn mogelijk
verkeerd aangesloten.
Keer de batterijverbindingen om.
2. Het icoon ‘COOLING’
verschijnt onderaan
De temperatuur van het
apparaat is hoger dan 55 °C.
Breng het apparaat naar een
koudere omgeving en wacht tot
het is afgekoeld tot minder dan
40 °C.
3. Het icoon “COOLING” of
“OVERLOADCOOLING”
wordt onderaan op het
lcd-scherm weergegeven
en de klok telt 10
minuten af
1) Het apparaat levert niet
voldoende stroom.
2) Na 5 pogingen met het
apparaat in 10 minuten is
de interne batterij heet.
1) Controleer of het apparaat
geschikt is voor de
motorinhoud van uw auto.
2) Laat het apparaat afkoelen.
Plaats het apparaat in een
koudere omgeving.
4. Het scherm toont ‘F1’
1) Het interne circuit is
defect.
2) De temperatuur is lager
dan -20 °C.
1) Zend het apparaat naar een
erkende hersteller.
2) Plaats het apparaat in een
warmere omgeving.
5. ‘READY’ verschijnt
niet nadat alles juist is
aangesloten
De spanning van de
aangesloten batterij is
minder dan 2 V of hoger dan
12,6 V.
1) Controleer of uw autobatterij
van het 12V-type is.
2) Laad uw autobatterij op.
3) Schakel alle belastende
functies uit (bv. verwarming,
airco, lichten enz.) en probeer
opnieuw.
